Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.10
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2021
- Bronpublicatie:
04-02-2021, Stcrt. 2021, 6770 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: ACM/UIT/543830)
- Inwerkingtreding
13-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2021, Stcrt. 2021, 6770 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: ACM/UIT/543830)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Een HVDC-convertorstation is in staat bij een werkzaam vermogen beneden de maximale HVDC-transportcapaciteit van werkzaam vermogen maximaal een hoeveelheid blindvermogen te leveren, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC) dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximale HVDC-transportcapaciteit van werkzaam vermogen gelijk aan 0,35.
2.
Een HVDC-convertorstation is in staat bij een werkzaam vermogen beneden de maximale HVDC-transportcapaciteit van werkzaam vermogen maximaal een hoeveelheid blindvermogen op te nemen als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC) dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximale HVDC-transportcapaciteit van werkzaam vermogen gelijk aan 0,4.
3.
Een HVDC-convertorstation is op grond van het eerste en het tweede lid in staat blindvermogen te leveren of op te nemen binnen en inclusief de grenzen van het rood gemarkeerde profiel in onderstaand P-Q/Pmax-diagram.
4.
De variatie van het blindvermogen, als bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), leidt niet tot een spanningsstap in het hoogspanningsnet die groter is dan de grenswaarden voor snelle spanningsvariaties die volgen uit de bepalingen van artikel 2.40.