Wet vestiging bedrijven BES
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 487 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34987)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, Stb. 2018, 488 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De vergunning kan worden geweigerd indien de aanvrager in kennelijk onvoldoende mate beschikt over algemene vaardigheden om een zaak te leiden dan wel in kennelijk onvoldoende mate beschikt over de financiële middelen die naar redelijkheid benodigd zijn voor het starten van een zaak als waarvoor de vergunning wordt gevraagd.
2.
De vergunning kan worden geweigerd met het oog op een te beschermen algemeen belang, onder voorwaarde dat Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat voorafgaand aan de weigering daarmee heeft ingestemd. Het gemotiveerde verzoek om instemming wordt door het bestuurscollege aan de minister gezonden met in ieder geval een beschrijving van het te beschermen algemeen belang. De Minister deelt zijn beslissing mee uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van het verzoek om instemming.