Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2024/1346 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking)
Artikel 5 Informatie
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
De lidstaten verstrekken verzoekers zo snel mogelijk informatie over de in deze richtlijn uiteengezette opvangvoorzieningen, waaronder specifieke informatie over hun opvangsystemen, en wel tijdig opdat de verzoekers daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de rechten en kunnen voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld in deze richtlijn.
De lidstaten verstrekken verzoekers met name de in deze richtlijn uiteengezette standaardinformatie over de opvangvoorzieningen, aan de hand van een door het Asielagentschap van de Europese Unie (het ‘Asielagentschap’) te ontwikkelen model. Die informatie wordt zo snel mogelijk en uiterlijk drie dagen na de indiening van het verzoek of binnen de termijn voor de registratie ervan overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1348 verstrekt.
De lidstaten zorgen ervoor dat verzoekers informatie krijgen over organisaties of groepen van personen die specifieke rechtsbijstand en vertegenwoordiging verstrekken, met inbegrip van informatie over organisaties of groepen van personen die dit gratis doen en over organisaties die hulp kunnen bieden of informatie kunnen verstrekken over de beschikbare opvangvoorzieningen, waaronder gezondheidszorg.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie schriftelijk wordt verstrekt in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm, in duidelijke en eenvoudige bewoordingen en in een taal die de verzoeker begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze begrijpt. Indien nodig wordt die informatie ook mondeling of, indien passend, in visuele vorm, bijvoorbeeld door gebruikmaking van video's of pictogrammen, verstrekt en wordt zij aan de behoeften van de verzoeker aangepast.
In het geval van een niet-begeleide minderjarige verstrekken de lidstaten de in lid 1 bedoelde informatie op een leeftijdsgeschikte wijze en zodanig dat de niet-begeleide minderjarige die informatie begrijpt, door in voorkomend geval gebruik te maken van speciaal op minderjarigen afgestemd informatiemateriaal. Die informatie wordt verstrekt in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de niet-begeleide minderjarige of van de persoon die in afwachting van de benoeming van de vertegenwoordiger voorlopig geschikt is om op te treden als de vertegenwoordiger.
In uitzonderlijke gevallen kan een lidstaat de in lid 1 bedoelde informatie aan de verzoeker verstrekken door middel van een mondelinge vertaling of, in voorkomend geval, in een visuele vorm zoals video's of pictogrammen, indien:
- a)
de lidstaat niet in staat is om die informatie binnen de in dat lid gestelde termijn schriftelijk te verstrekken, omdat de taal die een verzoeker begrijpt of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze begrijpt, een zeldzame taal is, en
- b)
die verzoeker vervolgens bevestigt dat hij de verstrekte informatie begrijpt.
In de in de derde alinea bedoelde gevallen verkrijgt de lidstaat zo snel mogelijk een schriftelijke vertaling van de in lid 1 bedoelde informatie en verstrekt die aan de verzoeker, tenzij duidelijk is dat een dergelijke verstrekking niet meer nodig is.