Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet internationale kinderontvoering
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
09-02-2022, Stb. 2022, 72 (uitgifte: 16-02-2022, kamerstukken: 35888)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2022, Stb. 2022, 141 (uitgifte: 06-04-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
In deze wet wordt verstaan onder
- a.
het Europese verdrag: het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen (Trb. 1981, 10);
- b.
het Haagse verdrag: het op 25 oktober 1980 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (Trb. 1987, 139);
- c.
de verordening: de Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L 178);
- d.