Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom)
Artikel 76
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1999
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende Akten.
- Bronpublicatie:
02-10-1997, Trb. 1998, 11 (uitgifte: 22-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2002, Trb. 2002, 153 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
De bepalingen van dit hoofdstuk kunnen, met name ingeval door onvoorziene omstandigheden een toestand van algemene schaarste zou ontstaan, door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement; het initiatief daartoe kan van een Lid-Staat of van de Commissie uitgaan. De Commissie is gehouden ieder verzoek van een Lid-Staat in behandeling te nemen.
Na verloop van zeven jaar na 1 januari 1958 kan de Raad deze bepalingen in hun geheel bevestigen. Bij gebreke van bevestiging worden nieuwe bepalingen met betrekking tot het onderwerp van dit hoofdstuk vastgesteld overeenkomstig de procedure, omschreven in de voorgaande alinea.