Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 62522 (uitgifte: 22-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/233843)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stcrt. 2019, 62522 (uitgifte: 22-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/233843)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;
- b.
asbest: stoffen die een of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevatten:
- 1°
actinoliet (Cas-nummer 77536-66-4);
- 2°
amosiet (Cas-nummer 12172-73-5);
- 3°
anthofylliet (Cas-nummer 77536-67-5);
- 4°
chrysotiel (Cas-nummer 12001-29-5);
- 5°
tremoliet (Cas-nummer 77536-68-6);
- 6°
crocidoliet (Cas-nummer 12001-28-4);
- c.
maligne mesothelioom: door blootstelling aan asbest veroorzaakte tumor van het longvlies, het buikvlies of het hartvlies, als bedoeld in het protocol diagnostiek maligne mesothelioom;
- d.
asbestose: aandoening die is gekenmerkt door verbindweefseling (longfibrose) van de long ten gevolge van asbestblootstelling;
- e.
protocol diagnostiek asbestose: protocol diagnostiek asbestose, opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014;
- f.
protocol diagnostiek maligne mesothelioom: protocol diagnostiek maligne mesothelioom, opgenomen in bijlage 2 bij de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014;
- g.
SVB: Sociale Verzekeringsbank, bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- h.
instituut asbestslachtoffers: Stichting Instituut Asbestslachtoffers te s-Gravenhage;
- i.
nabestaanden:
- 1°
de langstlevende van de echtgenoten;
- 2°
bij ontstentenis van de onder 1° bedoelde persoon, de minderjarige kinderen, tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
- 3°
bij ontstentenis van de onder 1° en 2° bedoelde personen, degenen met wie de overledene in gezinsverband leefde;
- 4°
bij ontstentenis van de onder 1°, 2° en 3° bedoelde personen, erfgenamen als bedoeld in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, mits een verklaring van erfrecht wordt overgelegd;
- j.
lasten:
- 1°
tegemoetkoming, bedoeld in artikel 4, eerste lid;
- 2°
vergoedingen die door de SVB aan het instituut asbestslachtoffers worden verstrekt voor de advisering ten behoeve van deze regeling;
- 3°
uitvoeringskosten gemaakt bij de uitvoering van deze regeling.
2.
In deze regeling wordt met de echtgenoot gelijkgesteld de geregistreerde partner en de persoon die op grond van artikel 1, derde lid, onderdeel a, en vierde tot en met zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet en de daarop berustende bepalingen mede als zodanig wordt aangemerkt.
3.
In deze regeling wordt niet als echtgenoot aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.