Einde inhoudsopgave
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Artikel 56 Onderzoek op aanvraag
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 05-09-2005
- Bronpublicatie:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-08-2006, terugwerkend tot: 05-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd de mogelijkheid de arts van de deskundige persoon of de arbodienst rechtstreeks te consulteren ter zake van met zijn arbeidssituatie samenhangende gezondheidsproblemen kan de ambtenaar het hoofd defensieonderdeel verzoeken hem in verband hiermede aan een onderzoek vanwege de deskundige persoon of de arbodienst te onderwerpen.
2.
De ambtenaar, die in verband met het verrichten van zijn arbeid aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat dan wel voor een goede vervulling van zijn betrekking aan bijzondere gezondheidseisen moet voldoen, wordt in overleg met of op aanwijzing van de deskundige persoon of de arbodienst onderworpen aan een periodiek bedrijfsgeneeskundig onderzoek.
3.
Het hoofd defensieonderdeel draagt de ambtenaar op zich aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen:
- a.
indien naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel gegronde redenen bestaan voor twijfel aan een goede gezondheidstoestand van de ambtenaar;
- b.
indien de ambtenaar niet langer volledig geschikt is gebleken tot het verrichten van zijn arbeid, teneinde na te gaan of hiervoor medische oorzaken aanwezig zijn en, zo ja, of de ambtenaar geschikt kan worden geacht voor het vervullen van een andere betrekking.
4.
Het hoofd defensieonderdeel stelt de ambtenaar buiten dienst indien na een onderzoek als bedoeld in het eerste tot en met derde lid blijkt dat sprake is van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand dat de belangen van de ambtenaar, van de dienst of van derden zich er tegen verzetten dat de ambtenaar zijn arbeid blijft verrichten. De ambtenaar wordt niet buiten dienst gesteld indien hem andere passende arbeid kan worden opgedragen. Indien de ambtenaar buiten dienst wordt gesteld, wordt hij geacht wegens ziekte ongeschikt te zijn tot het verrichten van zijn arbeid, in welk geval de overige bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing zijn.
5.
De ambtenaar is gehouden aan een onderzoek als bedoeld in het tweede en derde lid zijn medewerking te verlenen. Hij is tevens gehouden zijn medewerking te verlenen aan onderzoeken vanwege de deskundige persoon of de arbodienst, welke worden ingesteld ter beantwoording van de vraag:
- a.
of, in welke mate en tot welk tijdstip er sprake is van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte;
- b.
of maatregelen of voorzieningen nodig zijn in het belang van het herstel van zijn gezondheid dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid als genoemd in de artikelen 65 en 65a van de WAO.
6.
Indien het medisch advies daartoe aanleiding geeft, verzoekt het hoofd defensieonderdeel het UWV de ambtenaar in aanmerking te brengen voor maatregelen of voorzieningen als bedoeld in het vijfde lid onderdeel b.