Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 728 Terugvordering en tenuitvoerlegging
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Besluiten van de Europese Commissie waarbij aan natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van staten, een geldelijke verplichting wordt opgelegd met betrekking tot vorderingen die voortvloeien uit programma's, activiteiten, acties of projecten van de Unie, vormen executoriale titel in het Verenigd Koninkrijk. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de nationale autoriteit die daartoe door het Verenigd Koninkrijk is aangewezen. Het Verenigd Koninkrijk maakt zijn aangewezen nationale autoriteit bekend aan de Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 729 heeft de Europese Commissie het recht dergelijke uitvoerbare beslissingen rechtstreeks ter kennis te brengen van personen en juridische entiteiten die in het Verenigd Koninkrijk verblijven, respectievelijk gevestigd zijn. De tenuitvoerlegging van die besluiten geschiedt overeenkomstig het recht van het Verenigd Koninkrijk.
2.
Arresten en beschikkingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie, gegeven in toepassing van een arbitragebeding in een contract of overeenkomst met betrekking tot programma's of activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan in het kader van protocol I, zijn in het Verenigd Koninkrijk uitvoerbaar op dezelfde wijze als de in lid 1 van dit artikel bedoelde besluiten van de Europese Commissie.
3.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om de rechtsgeldigheid van de in lid 1 bedoelde besluiten van de Commissie te toetsen en de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. Het toezicht op de regelmatigheid van de tenuitvoerlegging behoort echter tot de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van het Verenigd Koninkrijk.