Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Nieuw-Zeeland
Artikel 23 Terugvordering van te veel betaalde bedragen
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2003
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk met het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Nieuw-Zeeland (2000).
- Bronpublicatie:
10-03-2003, Trb. 2003, 130 (uitgifte: 29-08-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-06-2000, Trb. 2002, 38 (uitgifte: 26-06-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2004, Trb. 2004, 19 (uitgifte: 29-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-01-2004, Trb. 2004, 19 (uitgifte: 29-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer een door één van de Partijen met betrekking tot een uitkering aan een persoon een bedrag is betaald dat hoger is dan het eventuele bedrag dat eigenlijk verschuldigd was met betrekking tot die uitkering, krachtens dit Verdrag of anderszins, trekt het orgaan van die andere Verdragsluitende Partij, indien daartoe in overeenstemming met artikel 22 verzocht door het andere orgaan en in overeenstemming met dit artikel en artikel 22, een bedrag gelijk aan het bovenbedoelde teveel betaalde bedrag af van het bedrag dag[lees: bedrag dat] verschuldigd is met betrekking tot laatstbedoelde uitkering.
2.
Het in het eerste lid bedoelde te veel betaalde bedrag is het bedrag vastgesteld door het orgaan van de Verdragsluitende Partij die het te veel betaalde bedrag heeft uitgekeerd.
3.
De hoogte van de aftrek, overeenkomstig het eerste lid, van verschuldigde bedragen met betrekking tot een uitkering, alsmede bijkomende of daarmee verband houdende aangelegenheden, wordt bepaald door het orgaan van de Verdragsluitende Partij die de uitkering dient te betalen, in overeenstemming met de wetten inzake sociale zekerheid of de bestuurlijke praktijk van die Verdragsluitende Partij.
4.
Bedragen die zijn afgetrokken door het orgaan van één van de Verdragsluitende Partijen in overeenstemming met het eerste lid, alsmede bedragen die door dat orgaan zijn ontvangen ingevolge het derde lid, worden overgemaakt aan het andere orgaan op de wijze zoals overeengekomen tussen de organen of in administratieve akkoorden ingevolge artikel 29.