Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 318/2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
Artikel 29 Traditionele voorzieningsbehoefte voor raffinage
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2007
- Bronpublicatie:
09-10-2007, PbEU 2007, L 283 (uitgifte: 27-10-2007, regelingnummer: 1260/2007)
- Inwerkingtreding
30-10-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2007, PbEU 2007, L 283 (uitgifte: 27-10-2007, regelingnummer: 1260/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De traditionele voorzieningsbehoefte van de Gemeenschap aan suiker voor raffinage bedraagt 2 324 735 t, uitgedrukt in witte suiker, per verkoopseizoen.
Tijdens de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 wordt de traditionele voorzieningsbehoefte aldus uitgesplitst:
- —
198 748 ton voor Bulgarije,
- —
296 627 ton voor Frankrijk,
- —
291 633 ton voor Portugal,
- —
329 636 ton voor Roemenië,
- —
19 585 ton voor Slovenië,
- —
59 925 ton voor Finland,
- —
1 128 581 ton voor het Verenigd Koninkrijk.
2.
De in de eerste alinea van lid 1 bedoelde traditionele voorzieningsbehoefte wordt verhoogd:
- a)
met 50 000 ton in het verkoopseizoen 2007/2008 en met 100 000 ton vanaf het verkoopseizoen 2008/2009. Deze hoeveelheden worden alleen in de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009 ter beschikking gesteld van Italië;
- b)
met 30 000 ton vanaf het verkoopseizoen 2006/2007 en met een aanvullende 35 000 ton vanaf het verkoopseizoen waarin het suikerquotum met ten minste 50 % verlaagd is.
De in de eerste alinea, onder b), bedoelde hoeveelheden hebben betrekking op ruwe rietsuiker en worden gereserveerd voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 voor de enige in 2005 operationele suikerbietenverwerkende fabriek in Portugal. Deze verwerkingsfabriek wordt geacht een voltijdraffinaderij te zijn.
3.
Alleen aan de voltijdraffinaderijen worden invoercertificaten voor suiker voor raffinage afgegeven, op voorwaarde dat de betrokken hoeveelheden de hoeveelheden die in het kader van de in de leden 1 en 2 bedoelde traditionele voorzieningsbehoefte mogen worden ingevoerd, niet overschrijden. Die certificaten mogen alleen tussen voltijdraffinaderijen worden overgedragen en de geldigheidsduur ervan verstrijkt aan het einde van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven.
Dit lid is van toepassing voor elk van de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 en voor de eerste drie maanden van elk verkoopseizoen dat op een van die verkoopseizoenen volgt.
4.
De toepassing van de invoerrechten voor rietsuiker bestemd om te worden geraffineerd van GN-code 1701 11 10 van oorsprong uit de in bijlage VI genoemde staten wordt geschorst voor de aanvullende hoeveelheid die nodig is om voor elk van de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 een toereikende voorziening van de voltijdraffinaderijen mogelijk te maken.
De aanvullende hoeveelheid wordt vastgesteld volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure op basis van het saldo tussen de in lid 1 bedoelde traditionele voorzieningsbehoefte en de verwachte voorziening met suiker voor raffinage voor het betrokken verkoopseizoen. Dit saldo kan tijdens het verkoopseizoen volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure worden herzien en kan worden gebaseerd op forfaitaire ramingen van de voor consumptie bestemde hoeveelheden ruwe suiker aan de hand van historische gegevens.