Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Curaçao]
Artikel 27 [Aangifte successiebelasting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
15-12-2011, Publicatieblad van Curaçao 2011, 68 (uitgifte: 22-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2011, Publicatieblad van Curaçao 2011, 70 (uitgifte: 30-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
Iedere erfgenaam van een ingezetene van de Nederlandse Antillen is verplicht ten kantore van de Inspecteur, in wiens ambtgebied de overledene zijne laatste woonplaats had, eene schriftelijke, onderteekende aangifte in te leveren.
De aangifte moet inhouden:
- 1.
de voornamen, den naam, het beroep en de woonplaats des aangevers;
- 2.
de voornamen, den naam, de laatste woonplaats en de dagteekening van overlijden van den overledene;
- 3.
of de verkrijging bij versterf is geschied en anders de aanduiding van de titels, krachtens welke wordt verkregen;
- 4.
de voornamen, naam, beroep en woonplaats van alle erfgenamen, legatarissen en verdere verkrijgers met hunne bloed- of aanverwantschap of betrekking van huwelijk tot den overledene, van wien verkregen wordt of de vermelding dat geene zoodanige betrekking bestaat; alsmede de dagteekening der geboorte van de personen, van wier leven verkregen wordende vruchtgebruiken of periodieke uitkeeringen afhankelijk zijn.
Van ontbindende voorwaarden en van verkrijgingen onder opschortende voorwaarde wordt melding gemaakt;
- 5.
eene specifieke en duidelijke omschrijving en de waarde van alle goederen, die tot de nalatenschap behooren; van rechten van eene opschortende voorwaarde afhankelijk en van onzekere rechten wordt melding gemaakt, doch behoeft de waarde niet te worden opgegeven, behoudens de verplichting tot nadere aangifte; evenzoo wordt melding gemaakt van ontbindende voorwaarden.
Gelijke goederen mogen bijeen en de waarde daarvan kan gezamenlijk worden vermeld, behoudens het bepaalde sub 7.
Huizen, ongebouwde onroerende zaken welke niet aaneengelegen zijn, beperkterechten, buiten de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken en de rechten waaraan deze zijn onderworpen, schuldvorderingen waarvan geen verhandelbare bewijzen bestaan en schepen worden steeds afzonderlijk omschreven en op waarde gesteld.
Bij de omschrijving der onroerende goederen wordt de ligging opgegeven met aanduiding zoo mogelijk van straat en nummer der huizen en van de ongebouwde eigendommen de oppervlakte en de begrenzing.
Ten aanzien van vruchtgebruiken en pediodieke uitkeeringen wordt opgegeven de tijd, waarvoor zij zijn ingesteld.
Bij de omschrijving van schuldvorderingen, als hiervoor gemeld, die op eene lagere waarde dan het bedrag van het te vermelden kapitaal worden aangegeven, worden de bijzonderheden bij artikel 23 letter c bedoeld, omschreven.
- 6.
de lasten en schulden, die volgens den aangever in mindering kunnen worden gebracht, omschreven volgens artikel 26. Ook van schulden van eene opschortende voorwaarde afhankelijk wordt melding gemaakt, alsmede van ontbindende voorwaarden;
- 7.
hetgeen door ieder wordt verkregen en de waarde daarvan, na aftrek van ieders aandeel in de lasten en schulden; van verwerpingen wordt melding gemaakt;
- 8.
indien door het overlijden goederen worden geërfd of verkregen, welke met vruchtgebruik of periodieke uitkeeringen zijn belast, de omschrijving der met vruchtgebruik belaste goederen, het bedrag der periodieke uitkeeringen, den titel waarbij het vruchtgebruik is ingesteld of de uitkeeringen zijn opgelegd, den naam en de woonplaats der vruchtgebruikers of genieters en van degenen van wier leven het vruchtgebruik of de uitkeering afhangt, den ouderdom dier personen en het tijdvak, waarvoor het vruchtgebruik of de uitkeering is ingesteld.
indien de aangever niet of niet volledig in staat is om aangifte van de met vruchtgebruik belaste goederen te doen, vermeldt hij zulks in de aangifte. In dat geval is de vruchtgebruiker tot die aangifte verplicht binnen eene maand na vordering daartoe door de Inspecteur. Bij gebreke van daaraan te voldoen is artikel 42 toepasselijk en de vruchtgebruiker voor de verschuldigde successiebelasting en verhoogingen aansprakelijk.