Einde inhoudsopgave
Regeling erkenning monsternemers Meststoffenwet
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
31-10-2000, Stcrt. 2000, 212 (uitgifte: 01-11-2000, regelingnummer: TRCJZ/2000/12902)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2000, Stcrt. 2000, 212 (uitgifte: 01-11-2000, regelingnummer: TRCJZ/2000/12902)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Indien de erkende monsternemer niet of niet meer voldoet aan de voor erkenning gestelde voorwaarden genoemd in artikel 3 of niet voldoet aan de verplichtingen genoemd in artikel 5 kan de minister:
- a.
de erkenning of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen,
- b.
nadere voorschriften aan de erkenning verbinden,
- c.
de erkenning voor een bepaalde periode schorsen, of
- d.
de erkenning intrekken.
2.
Gedurende een schorsing van de erkenning gebruikt de erkende monsternemer zijn bemonsteringsapparaten niet en worden de automatische bemonsteringsapparaten en verpakkingsapparaten die op naam van de erkende monsternemer wiens erkenning is geschorst, staan geregistreerd in het register, bedoeld in artikel 6, eerste lid, niet overgeschreven op naam van een andere erkende monsternemer.
3.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen worden gepubliceerd.
4.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en d, worden gepubliceerd.
5.
Aan een monsternemer, wiens erkenning is ingetrokken, wordt gedurende een jaar na intrekking van de erkenning geen nieuwe erkenning verleend.
6.
Er wordt evenmin een erkenning verleend aan een monsternemer die een intermediaire onderneming is waarin personen participeren die participeerden in een intermediaire onderneming waarvan de erkenning minder dan één jaar geleden is ingetrokken.