5.3.9

in geval van een hoofdmeting en een controlemeting is het verschil per dag in de hoeveelheid energie gemeten door de hoofdmeting en de controlemeting kleiner dan tweemaal de geldende nauwkeurigheidsklasse van de meetinrichting zoals bepaald in bijlage B1 vermenigvuldigd met de daguitwisseling van de hoofdmeter;

de gemeten hoeveelheid energie is groter dan of gelijk aan nul;

de hoeveelheid met het net uitgewisselde energie per meetperiode is kleiner dan 120% van de hoeveelheid die maximaal uitgewisseld kan worden op basis van de capaciteit van de meetinrichting;

de status in de meetinrichting aangaande de meting of de meetwaarde en de status van het meetkanaal geven geen indicatie van een fout;

de tijdsynchroniciteit van de meetinrichting en meetperiode blijft binnen de in 4.3.5.3 tot en met 4.3.5.5 aangegeven normen.