Einde inhoudsopgave
Regeling specialismen en profielen geneeskunst
Artikel 11 Taken, bevoegdheden en werkwijze
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van afkondiging. Instemming is verleend door Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij het besluit van 10-04-2012, nr. MEVA/BO-3109194 (Stcrt. 2012, 11370). Wordt vanaf 23-07-2019 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.knmg.nl.
- Bronpublicatie:
15-12-2011, Internet 2011, knmg.artsennet.nl (uitgifte: 15-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2011, Internet 2011, knmg.artsennet.nl (uitgifte: 15-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het college heeft tot taak:
- a.
het vaststellen van criteria op grond waarvan deelgebieden van de geneeskunde als specialisme of profiel kunnen worden aangewezen of opgeheven;
- b.
het al dan niet op verzoek aanwijzen of opheffen van deelgebieden van de geneeskunde als specialisme of profiel, het besluit om het daarbij behorende register in te stellen of op te heffen en het vaststellen van de titel die een in dat register ingeschreven specialist of profielarts mag voeren;
- c.
het doen van aanvragen aan de Minister wie het aangaat om een door het college vastgestelde specialistentitel aan te merken als wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14, eerste lid van de Wet BIG;
- d.
het instellen of opheffen van één of meerdere opleidingsregisters;
- e.
het vaststellen van de eisen die worden gesteld aan de inschrijving in een specialistenregister of profielartsenregister;
- f.
het vaststellen van de eisen die worden gesteld aan het opnieuw al dan niet aansluitend, al dan niet op grond van gelijkgestelde werkzaamheden, inschrijven in het specialistenregister of het profielartsenregister;
- g.
het vaststellen van de eisen die worden gesteld aan de opleiding tot specialist of profielarts;
- h.
het vaststellen van de eisen die worden gesteld aan de inschrijving in het opleidingsregister;
- i.
het vaststellen van de eisen die worden gesteld aan de erkenning van een opleider, opleidingsinrichting of opleidingsinstituut.
2.
Bij het uitoefenen van de in het eerste lid genoemde taken houdt het college in ieder geval rekening met:
- a.
de competentiebeschrijving zoals die door de betreffende wetenschappelijke vereniging of beroepsvereniging met betrekking tot een specialisme of een profiel is opgesteld;
- b.
de maatschappelijke en financiële gevolgen van een besluit.
3.
In geval van tegenstrijdigheid tussen een bepaling van de Regeling en een bepaling van een besluit van het college, prevaleert de bepaling van de Regeling.