Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 318/2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
Bijlage V Bepalingen betreffende overdrachten van suiker- of isoglucosequota
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2007
- Bronpublicatie:
09-10-2007, PbEU 2007, L 283 (uitgifte: 27-10-2007, regelingnummer: 1260/2007)
- Inwerkingtreding
30-10-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2007, PbEU 2007, L 283 (uitgifte: 27-10-2007, regelingnummer: 1260/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Punt I
In deze bijlage wordt verstaan onder:
- a)
‘fusie van ondernemingen’: de samenvoeging van twee of meer ondernemingen tot een enkele onderneming;
- b)
‘vervreemding van een onderneming’: de overdracht of de overneming van het vermogen van een onderneming die over een quotum beschikt, aan of door een of meer ondernemingen;
- c)
‘vervreemding van een fabriek’: de eigendomsoverdracht, aan een of meer ondernemingen, van een technische eenheid die alle voor de vervaardiging van het betrokken product benodigde installaties omvat, waardoor de productie van de overdragende onderneming geheel of gedeeltelijk wordt overgenomen;
- d)
‘verhuur van een fabriek’: de overeenkomst van huur en verhuur van een technische eenheid die alle voor de suikerproductie benodigde installaties omvat, welke overeenkomst met het oog op exploitatie van die eenheid voor een aaneengesloten periode van ten minste drie verkoopseizoenen wordt gesloten met een in dezelfde lidstaat als de betrokken fabriek gevestigde onderneming, waarbij de partijen zich ertoe verbinden deze overeenkomst niet te beëindigen vóór het einde van het derde verkoopseizoen, mits na de inwerkingtreding van de huur en verhuur de onderneming die de betrokken fabriek huurt, ten aanzien van haar gehele productie kan worden beschouwd als een enkele suikerproducerende onderneming.
Punt II
1
In geval van fusie of vervreemding van suikerproducerende ondernemingen en in geval van vervreemding van een suikerfabriek worden de quota, onverminderd het bepaalde in lid 2, als volgt gewijzigd:
- a)
in geval van fusie van suikerproducerende ondernemingen kent de lidstaat aan de door de fusie ontstane onderneming een quotum toe dat gelijk is aan de som van de quota die vóór de fusie waren toegekend aan de gefuseerde suiker producerende ondernemingen;
- b)
in geval van vervreemding van een suikerproducerende onderneming kent de lidstaat het quotum van de overgenomen onderneming voor de productie van suiker toe aan de overnemende onderneming; wanneer er verschillende overnemende ondernemingen zijn, vindt de toekenning plaats naar evenredigheid van de productiehoeveelheid suiker die door elk van deze ondernemingen wordt overgenomen;
- c)
in geval van vervreemding van een suikerfabriek verlaagt de lidstaat het quotum van de onderneming die de eigendom van de fabriek overdraagt, met de overgedragen productiehoeveelheid en verhoogt hij het quotum van de suiker producerende onderneming of ondernemingen die de betrokken fabriek koopt of kopen, met de aldus afgetrokken hoeveelheid, zulks in voorkomend geval naar evenredigheid van de door elk van die ondernemingen overgenomen productiehoeveelheid.
2
Wanneer sommigen van de telers van suikerbieten of suikerriet die rechtstreeks de gevolgen ondervinden van een van de in lid 1 bedoelde transacties, uitdrukkelijk de wens te kennen geven hun suikerbieten of suikerriet te leveren aan een suiker producerende onderneming die geen partij bij die transacties is, kan de lidstaat bij de toekenning van de quota rekening houden met de productiehoeveelheid die wordt overgenomen door de onderneming waaraan de betrokkenen voornemens zijn hun suikerbieten of suikerriet te leveren.
3
In geval van bedrijfsbeëindiging, onder andere dan de in lid 1 bedoelde omstandigheden, van:
- a)
een suikerproducerende onderneming,
- b)
een of meer fabrieken van een suikerproducerende onderneming,
kan de lidstaat het quotum of het deel van het quotum dat door deze bedrijfsbeëindiging vrijkomt, toekennen aan een of meer suikerproducerende ondernemingen.
In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval kan de lidstaat ook, wanneer sommigen van de betrokken telers uitdrukkelijk de wens te kennen geven hun suikerbieten of suikerriet aan een bepaalde suikerproducerende onderneming te leveren, het gedeelte van het quotum dat overeenkomt met die suikerbieten of dat suikerriet, toekennen aan de onderneming waaraan de betrokkenen voornemens zijn die suikerbieten of dat suikerriet te leveren.
4
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de in artikel 6, lid 6, bedoelde afwijking, kan de betrokken lidstaat van de onder die afwijking vallende suikerbietentelers en suikerproducerende ondernemingen verlangen dat zij in hun sectorale overeenkomsten speciale clausules opnemen met het oog op de eventuele toepassing door die lidstaat van de leden 2 en 3 van dit punt.
5
Bij verhuur van een fabriek die toebehoort aan een suikerproducerende onderneming, kan de lidstaat het quotum van de onderneming die deze fabriek verhuurt, verlagen en het van het quotum afgetrokken gedeelte toekennen aan de onderneming die de fabriek huurt om er suiker te produceren.
Indien de verhuur tijdens de in punt I, onder d), bedoelde periode van drie verkoopseizoenen wordt beëindigd, wordt de aanpassing van het quotum die heeft plaatsgevonden krachtens het bepaalde in de eerste alinea van dit lid, door de lidstaat ingetrokken met terugwerkende kracht tot het tijdstip waarop zij in werking is getreden. Eindigt de verhuur echter als gevolg van overmacht, dan hoeft de lidstaat de aanpassing niet in te trekken.
6
Wanneer een suikerproducerende onderneming niet langer de verplichtingen kan nakomen die zij krachtens de communautaire regelgeving ten aanzien van de betrokken telers van suikerbieten of suikerriet heeft, en zulks door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat is geconstateerd, kan deze lidstaat het betrokken gedeelte van het quotum voor een of meer verkoopseizoenen aan een of meer suikerproducerende ondernemingen toekennen, in voorkomend geval naar evenredigheid van de overgenomen productiehoeveelheid.
7
Wanneer een suikerproducerende onderneming van de lidstaat prijs- en afzetgaranties krijgt voor de verwerking van suikerbieten tot ethylalcohol, kan de lidstaat in overeenstemming met deze onderneming en met de betrokken suikerbietentelers het quotum van deze onderneming of een gedeelte ervan voor een of meer verkoopseizoenen voor de productie van suiker toekennen aan een of meer andere ondernemingen.
Punt III
In geval van fusie of vervreemding van isoglucose producerende ondernemingen en in geval van vervreemding van een isoglucoseproducerende fabriek kan de lidstaat de betrokken quota voor de productie van isoglucose toekennen aan een of meer ondernemingen die al dan niet over een productiequotum beschikken.
Punt IV
De in de punten II en III bedoelde maatregelen mogen slechts worden genomen indien:
- a)
met het belang van elk van de betrokken partijen rekening wordt gehouden;
- b)
de betrokken lidstaat van oordeel is dat deze maatregelen kunnen bijdragen tot een structuurverbetering in de sectoren suikerbieten- of suikerrietteelt en suikerproductie;
- c)
deze maatregelen betrekking hebben op ondernemingen die alle op hetzelfde grondgebied zijn gevestigd, te weten een van de grondgebieden waarvoor in bijlage III een desbetreffend quotum is vastgesteld.
Punt V
Wanneer de fusie of vervreemding plaatsvindt tussen 1 oktober en 30 april van het volgende jaar, worden de in de punten II en III bedoelde maatregelen van kracht voor het lopende verkoopseizoen.
Wanneer de fusie of vervreemding plaatsvindt tussen 1 mei en 30 september van hetzelfde jaar, worden de in de punten II en III bedoelde maatregelen van kracht voor het volgende verkoopseizoen.
Punt VI
Bij toepassing van artikel 10, lid 2, kent de lidstaat de aangepaste quota uiterlijk eind februari toe met het oog op toepassing ervan in het volgende verkoopseizoen.
Punt VII
Bij toepassing van de punten II en III deelt de lidstaat de gewijzigde quota aan de Commissie mee uiterlijk 15 dagen na afloop van de desbetreffende in punt V genoemde periode.