Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 191a [Storting op aandeel BV. Geldeenheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
28-06-2023, Stb. 2023, 277 (uitgifte: 07-08-2023, kamerstukken: 36085)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2023, Stb. 2023, 335 (uitgifte: 12-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Storting op een aandeel moet in geld geschieden voor zover niet een andere inbreng is overeengekomen.
2.
Voor of bij de oprichting kan storting in een andere geldeenheid dan die waarin het nominale bedrag van de aandelen luidt slechts geschieden, indien de akte van oprichting vermeldt dat storting in een andere geldeenheid is toegestaan. Na de oprichting kan dit slechts geschieden met toestemming van de vennootschap, tenzij de statuten anders bepalen.
3.
Met storting in een andere geldeenheid dan die waarin de nominale waarde luidt wordt aan de stortingsplicht voldaan voor het bedrag waartegen het gestorte bedrag vrijelijk kan worden gewisseld in de geldeenheid waarin de nominale waarde luidt. Bepalend is de wisselkoers op de dag van de storting.
4.
In afwijking van lid 1 kan bij oprichting bij elektronische notariële akte geen andere inbreng dan in geld overeen worden gekomen.