Einde inhoudsopgave
Besluit inburgering 2021
Artikel 6.7 Terugbetalingsperiode lening
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
27-08-2021, Stb. 2021, 410 (uitgifte: 01-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
1.
De terugbetalingsperiode beslaat ten hoogste tien jaren.
2.
De terugbetalingsperiode vangt aan op de eerste dag van de maand volgend op het in artikel 21, derde lid, onderdeel a of b, van de wet bedoelde tijdstip. De terugbetalingsperiode kan op schriftelijk verzoek van de debiteur aanvangen op een eerder tijdstip, in welk geval de aanspraak op de lening vervalt.
3.
Gedurende de in artikel 21, derde lid, aanhef, van de wet bedoelde aanloopfase van zes maanden bestaat geen verplichting tot terugbetaling, doch is wel rente verschuldigd over het bedrag van de lening.
4.
In afwijking van het tweede lid, vangt de terugbetalingsperiode voor een persoon als bedoeld in artikel 6.1 aan zes maanden nadat drie jaar zijn verstreken sedert de verstrekking van de lening of, indien dat eerder is, zes maanden nadat het inburgeringsexamen is behaald.