Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1351 betreffende asiel- en migratiebeheer, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2021/1147 en (EU) 2021/1060 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 604/2013
Artikel 36 Verplichtingen van de verantwoordelijke lidstaat
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1351 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1351)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
De uit hoofde van deze verordening verantwoordelijke lidstaat is verplicht:
- a)
een verzoeker van wie het verzoek in een andere lidstaat werd geregistreerd, over te nemen onder de in de artikelen 39, 40 en 46 vastgelegde voorwaarden;
- b)
een verzoeker, een onderdaan van een derde land of een staatloze ten aanzien van wie die lidstaat uit hoofde van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2024/1358 werd aangewezen als de verantwoordelijke lidstaat, terug te nemen onder de in de artikelen 41 en 46 van deze verordening vastgelegde voorwaarden;
- c)
een toegelaten persoon die een verzoek om internationale bescherming heeft gedaan of die irregulier verblijft in een andere lidstaat dan de lidstaat die de betrokken persoon heeft toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1350, of die internationale bescherming of een humanitaire status heeft toegekend in het kader van een nationale hervestigingsregeling, terug te nemen onder de in de artikelen 41 en 46 van deze verordening vastgelegde voorwaarden.
2.
Voor de toepassing van deze verordening is het niet mogelijk de situatie van een minderjarige die de verzoeker vergezelt en onder de definitie van gezinslid valt, te scheiden van de situatie van het gezinslid, en de minderjarige wordt overgenomen of teruggenomen door de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming van dat gezinslid, zonder dat daarvoor schriftelijke instemming van de betrokken persoon vereist is, ook al is de minderjarige zelf geen individuele verzoeker, tenzij wordt aangetoond dat dat niet in het belang van het kind is. Hetzelfde geldt voor kinderen die na de aankomst van de verzoeker op het grondgebied van de lidstaten zijn geboren, zonder dat een nieuwe procedure voor hun overname hoeft te worden ingeleid.
Niettegenstaande de in artikel 26 bepaalde vereiste schriftelijke toestemming is bij de inleiding van een nieuwe procedure voor de overname van een minderjarige ten aanzien van een lidstaat die op grond van artikel 26 als verantwoordelijke lidstaat is aangewezen, geen schriftelijke toestemming van de betrokken personen vereist, tenzij wordt aangetoond dat de overdracht naar de verantwoordelijke lidstaat niet in het belang van het kind is.
3.
In de situaties als bedoeld in lid 1, punten a) en b), van dit artikel behandelt de verantwoordelijke lidstaat, of voltooit ze de behandeling van, het verzoek om internationale bescherming overeenkomstig Verordening (EU) 2024/1348.