Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 430 Fiscale bepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Bij aankomst op het grondgebied van een Partij worden luchtvaartuigen die door luchtvaartmaatschappijen van de andere Partij voor internationaal luchtvervoer worden ingezet, hun gebruikelijke uitrusting, brandstof, smeermiddelen, technische verbruiksgoederen, grondapparatuur, reserveonderdelen (inclusief motoren), boordproviand (inclusief, maar niet beperkt tot, voedsel, drank en alcoholhoudende dranken, tabak en andere producten die bestemd zijn om tijdens de vlucht in beperkte hoeveelheden aan passagiers te worden verkocht of door passagiers te worden gebruikt) en andere voorwerpen die bestemd zijn voor of uitsluitend worden gebruikt in verband met de exploitatie, het onderhoud of de bevoorrading van voor internationaal luchtvervoer ingezette luchtvaartuigen, voor zover zij aan boord van het luchtvaartuig blijven, op basis van wederkerigheid vrijgesteld van alle invoerbeperkingen, eigendomstaksen en heffingen op activa, douanerechten, accijnzen, inspectievergoedingen, belasting over de toegevoegde waarde (btw) of andere vergelijkbare indirecte belastingen en soortgelijke vergoedingen en rechten die door de nationale of lokale autoriteiten of de Unie worden opgelegd.
2.
De volgende goederen zijn op basis van wederkerigheid eveneens vrijgesteld van de in lid 1 bedoelde belastingen, heffingen, rechten, vergoedingen en kosten:
- a)
boordvoorraden die worden ingevoerd in of geleverd op het grondgebied van een Partij en in redelijke hoeveelheden aan boord worden genomen voor gebruik op voor internationaal luchtvervoer ingezette uitgaande luchtvaartuigen van een luchtvaartmaatschappij van de andere Partij, zelfs als die voorraden worden gebruikt tijdens het deel van de reis dat plaatsvindt boven het genoemde grondgebied;
- b)
gronduitrusting en reserveonderdelen (inclusief motoren) die op het grondgebied van een Partij worden ingevoerd voor de bevoorrading, het onderhoud of de reparatie van voor internationaal luchtvervoer ingezette luchtvaartuigen van een luchtvaartmaatschappij van de andere Partij;
- c)
smeermiddelen en technische verbruiksgoederen, met uitzondering van brandstof, die worden ingevoerd in of geleverd op het grondgebied van een Partij voor gebruik in een voor internationaal luchtvervoer ingezet luchtvaartuig van een luchtvaartmaatschappij van de andere Partij, zelfs als die goederen worden gebruikt tijdens het deel van de reis dat plaatsvindt boven het genoemde grondgebied, en
- d)
gedrukt materiaal, zoals gedefinieerd in de douanewetgeving van elke Partij, dat wordt ingevoerd in of geleverd op het grondgebied van een Partij en aan boord wordt genomen voor gebruik op een voor internationaal luchtvervoer ingezet uitgaand luchtvaartuig van een luchtvaartmaatschappij van de andere Partij, zelfs als dat materiaal wordt gebruikt tijdens het deel van de reis dat plaatsvindt boven het genoemde grondgebied.
3.
De normale boorduitrusting van een luchtvaartuig, alsook de in de lid 1 vermelde benodigdheden, voorraden en reserveonderdelen die normaal worden meegenomen aan boord van een luchtvaartuig dat door een luchtvaartmaatschappij van een Partij wordt gebruikt, mogen alleen met toestemming van de douaneautoriteiten van de andere Partij op het grondgebied van die Partij worden uitgeladen; bovendien kan worden vereist dat zij onder toezicht of controle van de genoemde autoriteiten blijven totdat ze opnieuw worden uitgevoerd of op een andere wijze overeenkomstig de toepasselijke voorschriften worden verwijderd.
4.
De in dit artikel bedoelde vrijstellingen zijn ook van toepassing in situaties waarin de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van een Partij met een of meer andere luchtvaartmaatschappijen overeenkomsten zijn aangegaan voor het uitlenen of naar het grondgebied van de andere Partij overbrengen van de in de leden 1 en 2 genoemde goederen, mits die andere luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen op vergelijkbare wijze een dergelijke vrijstelling van die andere Partij genieten.
5.
Niets in deze titel belet een Partij om belastingen, heffingen, accijnzen, kosten of lasten in rekening te brengen bij de verkoop van goederen voor andere doeleinden dan voor verbruik aan boord gedurende een deel van een luchtdienst tussen twee zich op haar grondgebied bevindende punten waar in- of uitstappen toegestaan is.
6.
Bagage en vracht in rechtstreekse doorvoer op het grondgebied van een Partij worden vrijgesteld van belastingen, douaneheffingen, vergoedingen en andere vergelijkbare heffingen.
7.
De verplichting mag worden opgelegd om de in de lid 2 vermelde uitrusting en benodigdheden onder toezicht of controle van de bevoegde autoriteiten te bewaren.
8.
Deze titel laat de bepalingen van de respectieve tussen het Verenigd Koninkrijk en lidstaten van kracht zijnde verdragen inzake het vermijden van dubbele belasting op inkomsten en kapitaal onverlet.
9.
De vrijstelling van douanerechten, nationale accijnzen en soortgelijke nationale vergoedingen strekt zich niet uit tot heffingen die gebaseerd zijn op de kosten van diensten die aan de luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van een Partij worden verleend op het grondgebied van de andere Partij.