Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2555 betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972 en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn)
Artikel 35 Inbreuken die een inbreuk in verband met persoonsgegevens inhouden
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2555)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2555)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Wanneer de bevoegde autoriteiten er bij toezicht of handhaving kennis van krijgen dat de inbreuk door een essentiële of belangrijke entiteit op de in de artikelen 21 en 23 van deze richtlijn vastgestelde verplichtingen een inbreuk in verband met persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 12, van Verordening (EU) 2016/679 kan inhouden, die op grond van artikel 33 van die verordening moet worden gemeld, stellen zij de bevoegde toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in de artikelen 55 en 56 van die verordening daarvan onverwijld in kennis.
2.
Indien de toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in artikel 55 of 56 van Verordening (EU) 2016/679 een administratieve geldboete op grond van artikel 58, lid 2, punt i), van die verordening opleggen, leggen de bevoegde autoriteiten geen administratieve geldboete op grond van artikel 34 van deze richtlijn op voor een inbreuk als bedoeld in lid 1 van dit artikel die voortvloeit uit dezelfde gedraging als die waarvoor de administratieve geldboete uit hoofde van artikel 58, lid 2, punt i), van Verordening (EU) 2016/679 is opgelegd. De bevoegde autoriteiten kunnen echter de handhavingsmaatregelen opleggen waarin artikel 32, lid 4, punten a) tot en met h), artikel 32, lid 5, en artikel 33, lid 4, punten a) tot en met g), van deze richtlijn voorzien.
3.
Wanneer de op grond van Verordening (EU) 2016/679 bevoegde toezichthoudende autoriteit in een andere lidstaat dan de bevoegde autoriteit is gevestigd, stelt de bevoegde autoriteit de in haar eigen lidstaat gevestigde toezichthoudende autoriteit in kennis van de in lid 1 bedoelde potentiële inbreuk in verband met persoonsgegevens.