Einde inhoudsopgave
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
17-05-2010, Stb. 2010, 365 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken: 31958)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Overheidsfinanciën / Begroting
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Beleidsmaatregelen die gevolgen hebben voor de baten of lasten op de begroting, worden door het bestuurscollege en de eilandsraad uitgevoerd door middel van een daartoe geëigende voorziening.
2.
Indien het bestuurscollege de in het eerste lid bedoelde voorziening niet tijdig vaststelt implementeert of uitvoert en daardoor de haalbaarheid van de uitgaven- en inkomstenramingen in gevaar komt, brengt het College financieel toezicht dit onder de aandacht van het bestuurscollege. Het rapport kan aanbevelingen bevatten met betrekking tot de te treffen voorzieningen.
3.
Het bestuurscollege deelt binnen veertien dagen aan het College financieel toezicht mee op welke wijze rekening wordt gehouden met het rapport, bedoeld in het tweede lid en, indien aan de orde, onder vermelding van de termijnen die daarbij in acht zullen worden genomen.
4.
Het College financieel toezicht rapporteert aan Onze Minister indien uit de mededeling van het bestuurscollege, bedoeld in het derde lid, blijkt dat het bestuurscollege of de eilandsraad een voorziening als bedoeld in het eerste lid niet treft of dat op een zodanig tijdstip doet dat de haalbaarheid van de uitgaven- en inkomstenramingen in gevaar komt.
5.
Het College financieel toezicht zendt het desbetreffende bestuurscollege en de desbetreffende eilandsraad een afschrift van het rapport.
6.
Onze Minister kan in afwachting van de totstandkoming of implementatie van de bedoelde voorziening, besluiten het College financieel toezicht te belasten met het vaststellen van bijzondere maatregelen en het zelfstandig uitvoeren hiervan.