Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 10-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/800)
- Inwerkingtreding
10-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/800)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1)
‘kind’: een persoon die jonger is dan 18 jaar;
- 2)
‘persoon die het ouderlijk gezag heeft’: elke persoon die het ouderlijk gezag over een kind heeft;
- 3)
‘ouderlijke verantwoordelijkheid’: alle rechten en verplichtingen die ingevolge een rechterlijke beslissing van rechtswege of bij een rechtsgeldige overeenkomst aan een natuurlijke persoon of aan een rechtspersoon zijn toegekend met betrekking tot de persoon of het vermogen van een kind, met inbegrip van het gezagsrecht en het omgangsrecht.
Wanneer het, met betrekking tot punt 1 van de eerste alinea niet zeker is of de persoon 18 jaar oud is, wordt de persoon in kwestie vermoed een kind te zijn.