Einde inhoudsopgave
Besluit onroerende zaken omzetbelasting
4.7.4 Opschorting ingangsdatum referentieperiode in verband met werkzaamheden aan onroerende zaak
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2023, Stcrt. 2003, 31602 (uitgifte: 14-12-2003, regelingnummer: 2023-26908)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vrijstelling
Uit het vijfde lid van artikel 6 van de uitvoeringsbeschikking blijkt dat de afnemer de onroerende zaak in gebruik moet hebben genomen voor het einde van het boekjaar van de afnemer volgend op het boekjaar waarin de onroerende zaak met toepassing van de optie, belast is geleverd (de wettelijke referentieperiode bij levering). Dit is niet wenselijk als de onroerende zaak niet door de afnemer in gebruik is genomen binnen de wettelijke referentieperiode als gevolg van werkzaamheden aan de onroerende zaak. Daarom keur ik het volgende goed met toepassing van artikel 63 van de Awr (hardheidsclausule).
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat geen gevolgen worden verbonden aan de omstandigheid dat een onroerende zaak of een (on)zelfstandig gedeelte daarvan als gevolg van werkzaamheden aan de onroerende zaak niet door de afnemer in gebruik is genomen binnen de wettelijke referentieperiode.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vier voorwaarden:
- 1.
In het jaar waarin de onroerende zaak feitelijk in gebruik wordt genomen en het daaropvolgende boekjaar voldoet de afnemer voor het gebruik van de onroerende zaak of het (on)zelfstandig gedeelte daarvan waarvoor is geopteerd, aan de 90%-norm (voor bepaalde branches en sectoren aan de 70%-norm, zie § 4.7.2);
- 2.
De leverancier en afnemer stemmen ermee in dat wordt gehandeld alsof rechtsgeldig is gekozen voor een belaste levering en aanvaarden daarmee de gevolgen die wet- en regelgeving hieraan verbindt, zoals het opnieuw gaan lopen van de herzieningstermijn1. bij de afnemer;
- 3.
De leverancier en de afnemer stemmen ermee in dat de naheffingstermijn voor de belastingheffing die betrekking heeft op deze levering pas ingaat in het boekjaar dat de afnemer de onroerende zaak of het (on)zelfstandig gedeelte daarvan, feitelijk gaat gebruiken voor het verrichten van uitgaande prestaties;
- 4.
De instemming van de leverancier en afnemer met de voorwaarden van deze goedkeuring moet blijken door middel van een gedateerde en door de leverancier en afnemer ondertekende verklaring die deze binnen vier weken na overschrijding van de wettelijke referentieperiode in hun administratie hebben opgenomen.
Deze goedkeuring heeft tot gevolg dat de levering belast kan plaatsvinden, als de afnemer de onroerende zaak met inachtneming van de hiervoor gestelde voorwaarden feitelijk in gebruik neemt buiten de wettelijke referentieperiode.
Als niet voldaan wordt aan (één van) de hiervoor opgesomde voorwaarden, is de levering van de onroerende zaak vrijgesteld. De afnemer moet dan alsnog aan de leverancier en de inspecteur de verklaring overleggen die is bedoeld in artikel 6, zesde lid, van de uitvoeringsbeschikking.
Voetnoten
Art. 13, eerste lid, van de uitvoeringsbeschikking.