Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)
Artikel 5.19 (beoordelingsregels aanvraag artikel 5.1-activiteiten in omgevingsplan en omgevingsverordening)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
In het omgevingsplan kunnen regels worden gesteld die ertoe strekken dat de omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit in ieder geval wordt verleend voor zover aan die regels is voldaan.
2.
In de omgevingsverordening kunnen regels worden gesteld over het verlenen of weigeren van een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit die betrekking heeft op regels in het omgevingsplan als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, of voor een milieubelastende activiteit.
3.
Bij het stellen van de regels, bedoeld in het tweede lid, worden de grenzen van artikel 2.3, tweede lid, in acht genomen. artikel 2.32, eerste, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op die regels, waarbij een verzoek als bedoeld in artikel 2.32, eerste lid, ook door een van Onze Ministers kan worden gedaan.