Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 114 Internationale overeenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Wanneer het voornemen bestaat onderhandelingen te openen over de sluiting, hernieuwing of wijziging van een internationale overeenkomst, kan de bevoegde commissie beslissen een verslag op te stellen of de voorbereidende fase anderszins te volgen. De bevoegde commissie stelt de Conferentie van voorzitters in kennis van haar beslissing.
2.
De bevoegde commissie wendt zich zo spoedig mogelijk tot de Commissie om zich op de hoogte te stellen van de voor de sluiting van de in lid 1 bedoelde internationale overeenkomst gekozen rechtsgrond. De bevoegde commissie controleert die gekozen rechtsgrond overeenkomstig artikel 40.
3.
Het Parlement kan op voorstel van de bevoegde commissie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken de Raad verzoeken geen toestemming te verlenen voor het openen van de onderhandelingen zolang het Parlement zich niet op basis van een verslag van de bevoegde commissie over het voorgestelde onderhandelingsmandaat heeft uitgesproken.
4.
In elk stadium van de onderhandelingen en vanaf de beëindiging van de onderhandelingen tot aan de sluiting van de internationale overeenkomst kan het Parlement op basis van een op eigen initiatief opgesteld verslag van de bevoegde commissie of na behandeling van elk door een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken ingediend voorstel ter zake, aanbevelingen aan de Raad, de Commissie of de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aannemen met het verzoek deze vóór de sluiting van die overeenkomst op te volgen.
5.
Verzoeken van de Raad om goedkeuring of advies van het Parlement worden door de Voorzitter overeenkomstig artikel 105 of artikel 48, lid 1, voor behandeling naar de bevoegde commissie verwezen.
6.
De bevoegde commissie of ten minste een tiende van de leden van het Parlement kan het Parlement op enig moment voordat het Parlement over een verzoek tot goedkeuring of advies stemt, voorstellen het advies van het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van de internationale overeenkomst met de Verdragen in te winnen.
Vooraleer het Parlement overgaat tot de stemming over dat voorstel, kan de Voorzitter advies vragen aan de bevoegde commissie voor juridische zaken, die haar conclusies meedeelt aan het Parlement.
Indien het Parlement het voorstel aanneemt om het advies van het Hof van Justitie in te winnen, wordt de stemming over een verzoek om goedkeuring of advies uitgesteld totdat het Hof advies heeft uitgebracht.
7.
Indien de Raad het Parlement verzoekt om goedkeuring te verlenen voor de sluiting, hernieuwing of wijziging van een internationale overeenkomst, besluit het Parlement bij een enkele stemming overeenkomstig artikel 105.
Verleent het Parlement geen goedkeuring, dan stelt de Voorzitter de Raad ervan op de hoogte dat de betrokken overeenkomst niet kan worden gesloten, hernieuwd of gewijzigd.
Onverminderd artikel 105, lid 3, kan het Parlement op basis van een aanbeveling van de bevoegde commissie besluiten de goedkeuringsprocedure voor ten hoogste een jaar te schorsen.
8.
Indien de Raad het Parlement verzoekt om advies uit te brengen over de sluiting, hernieuwing of wijziging van een internationale overeenkomst, zijn amendementen op de tekst van de overeenkomst niet ontvankelijk. Onverminderd artikel 181, lid 1, zijn amendementen op het ontwerpbesluit van de Raad ontvankelijk.
Indien dat advies van het Parlement negatief is, verzoekt de Voorzitter de Raad de betrokken overeenkomst niet te sluiten.
9.
De voorzitters en rapporteurs van de bevoegde commissie en van eventuele medeverantwoordelijke commissies zien er gezamenlijk op toe dat de Raad, de Commissie en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid het Parlement overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedurende alle fasen van de voorbereiding en uitvoering van de onderhandelingen over en de sluiting van internationale overeenkomsten zo nodig op vertrouwelijke basis onmiddellijk en regelmatig volledige informatie verschaffen, waaronder informatie over het ontwerp en de uiteindelijk vastgestelde tekst van onderhandelingsrichtsnoeren, alsmede over de tenuitvoerlegging van die overeenkomsten.