Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 5 Organisatie van vergaderingen van de Raad van bestuur
Geldend
Geldend vanaf 14-08-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2023 (uitgifte: 25-07-2024, regelingnummer: 2024/2023)
- Inwerkingtreding
14-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2023 (uitgifte: 25-07-2024, regelingnummer: 2024/2023)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
5.1.
De Raad van bestuur stelt de agenda voor elke vergadering vast. De directie stelt een voorlopige agenda op en deze wordt, tezamen met de bijhorende documenten, toegestuurd aan de leden van de Raad van bestuur en andere gevolmachtigde deelnemers. Dit geschiedt ten minste acht dagen vóór de desbetreffende vergadering, behoudens buitengewone omstandigheden, in welk geval de directie naar deze omstandigheden handelt. Op voorstel van de president of een lid van de Raad van bestuur kan de Raad van bestuur besluiten punten van de voorlopige agenda af te voeren of daaraan toe te voegen. Een punt wordt van de agenda afgevoerd, indien minstens drie leden van de Raad van bestuur met stemrecht daarom verzoeken, in het geval dat de desbetreffende documenten niet tijdig aan de leden van de Raad van bestuur zijn toegezonden.
5.2.
Tenzij anders bepaald, is aanwezigheid bij de vergaderingen van de Raad van bestuur voorbehouden aan zijn leden, de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en een lid van de Europese Commissie.
5.3.
De Raad van bestuur kan interne regelingen vaststellen inzake besluitvorming in buitengewone omstandigheden.