Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek Bangladesh tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 23 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 08-06-1994
- Bronpublicatie:
13-07-1993, Trb. 1993, 42 (uitgifte: 14-10-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-06-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-1994, Trb. 1994, 111 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Bangladesh mogen worden belast.
2.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, vijfde lid, artikel 11, vijfde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste en derde lid, artikel 16, artikel 19 en artikel 22, tweede lid, van dit Verdrag in Bangladesh mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 8, tweede lid, artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 17 en artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag in Bangladesh mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Bangladesh over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Indien, wegens een bijzondere tegemoetkoming verleend op grond van de bepalingen van de wetgeving van Bangladesh ter bevordering van investeringen in Bangladesh, de in feite geheven belasting van Bangladesh op uit Bangladesh afkomstige interest en royalty's minder bedraagt dan de belasting die Bangladesh ingevolge artikel 11, tweede lid, en artikel 12, tweede lid, mag heffen, wordt het bedrag van de in Bangladesh over die interest en royalty's betaalde belasting geacht te zijn betaald naar de in voornoemde bepalingen vermelde tarieven. Indien evenwel de ingevolge de wetgeving van Bangladesh op vorengenoemde interest en royalty's van toepassing zijnde algemene belastingtarieven worden verlaagd beneden die welke in de voorafgaande zin zijn genoemd, gelden voor de toepassing van die zin deze lagere tarieven. De bepalingen van de twee voorgaande zinnen zijn slechts van toepassing gedurende een tijdvak van tien jaar na de datum waarop het Verdrag in werking is getreden. Dit tijdvak kan in onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten worden verlengd.
5.
Met inachtneming van de bepalingen van de wetgeving van Bangladesh die betrekking hebben op de verrekening van belasting die in een gebied buiten Bangladesh verschuldigd is, met belasting van Bangladesh (welke bepalingen het algemene beginsel van het hierna volgende niet mogen aantasten), mag belasting die krachtens de wetgeving van Nederland en in overeenstemming met dit Verdrag verschuldigd is over uit Nederlandse bronnen verkregen inkomsten, voordelen of vermogenswinsten worden verrekend met belasting van Bangladesh berekend over dezelfde inkomsten, voordelen of vermogenswinsten als die waarover de Nederlandse belasting wordt berekend. Voor de toepassing van dit lid worden bij de vaststelling van de belastingen naar het inkomen betaald aan Nederland, de investeringsbijdragen en -toeslagen en de desinvesteringsbetalingen, als bedoeld in de Nederlandse Wet investeringsrekening niet in aanmerking genomen. Voor de toepassing van dit lid worden de belastingen als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, beschouwd als belastingen naar het inkomen.