Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien
Artikel 15 Uitvoering van betalingsopdrachten
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
17-05-2016, PbEU 2016, L 132 (uitgifte: 21-05-2016, regelingnummer: 2016/804)
26-05-2014, PbEU 2014, L 168 (uitgifte: 07-06-2014, regelingnummer: 609/2014)
- Inwerkingtreding
01-10-2016, terugwerkend tot: 01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2016, Trb. 2016, 166 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-10-2016, Trb. 2016, 166 (uitgifte: 20-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt bij het Besluit 2014/335/EU, EURATOM van 26-05-2014, Trb. 157 tegelijk in werking met de verordening (26-05-2014, PbEU L 168).
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
De lidstaten of hun nationale centrale bank voeren de betalingsopdrachten van de Commissie uiterlijk drie werkdagen na ontvangst ervan uit volgens de instructies van de Commissie. Wat betreft verrichtingen die op het middelenverkeer betrekking hebben, voeren de lidstaten of hun nationale centrale bank de opdrachten uit binnen de door de Commissie gestelde termijn; de Commissie dient hen daarvan ten minste één dag voordat de opdracht moet worden uitgevoerd, in kennis te stellen, behalve in uitzonderlijke gevallen.
2.
De lidstaten of hun nationale centrale bank sturen de Commissie uiterlijk op de tweede werkdag na afhandeling van de verrichting elektronisch een rekeningafschrift waaruit blijkt dat de verrichting heeft plaatsgevonden.