Einde inhoudsopgave
Wet tot regeling van het toezicht op psychiatrische patiënten BES
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 293 (uitgifte: 13-09-2023, kamerstukken: 36002)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 323 (uitgifte: 04-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Bevindt de Procureur-generaal, dat een verpleegde in een psychiatrisch ziekenhuis op onwettige wijze is opgenomen of gehouden, zoo beveelt hij diens onmiddellijk ontslag, tenzij dit niet zonder gevaar voor stoornis van de openbare orde of voor ongelukken kan geschieden.
Zoo het bestaan van dat gevaar blijkt uit eene met redenen omkleede verklaring van den geneeskundige van ziekenhuis[lees: het ziekenhuis], of, indien er meer zijn, van den eersten geneeskundige, requireert de Procureur-generaal in de hiervoren omschreven vormen de machtiging van het Gemeenschappelijk Hof tot verder verblijf van de psychiatrische patiënt in een psychiatrisch ziekenhuis.
Treft de Procureur-generaal in een psychiatrisch ziekenhuis een verpleegde aan, die, ofschoon daarin op grond van een rechterlijke machtiging verblijvende, naar zijn oordeel niet meer lijdt aan een psychiatrische aandoening, dan kan hij diens ontslag alleen bevelen zoo de geneeskundige, of, zoo er meer zijn, de eerste geneeskundige van ziekenhuis[lees: het ziekenhuis] daarmede instemt.
Bij gemis van die instemming vraagt de Procureur-generaal de beslissing van het Gemeenschappelijk Hof, dat vooraf den geneeskundige, of, zoo er meer zijn, den eersten geneeskundige van ziekenhuis[lees: het ziekenhuis] hoort en een nader onderzoek kan bevelen; het tweede lid en de volgende zinsneden van Artikel 23 zijn daarbij van toepassing.