Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 15 [Kennisgeving toetreding gebiedsdelen]
Geldend
Geldend vanaf 29-07-1933
- Bronpublicatie:
31-05-1932, Stb. 1933, 364 (uitgifte: 21-07-1933, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-07-1933
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-1966, Trb. 1966, 295 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
(a)
Zijne Majesteit zal te allen tijde zoolang dit Verdrag, hetzij volgens artikel 12, hetzij door eenige toetreding volgens het onderhavige artikel, van kracht is, tot het Verdrag ten behoeve van een Zijner zelfbesturende Dominions of van Indië kunnen toetreden, door middel eener kennisgeving langs diplomatieken weg, met dien verstande, dat geen kennisgeving van toetreding zal kunnen worden gedaan op een tijdstip, waarop Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden het Verdrag mocht hebben opgezegd met betrekking tot alle gebied van Zijne Majesteit, waarop dit Verdrag alsdan van toepassing zal zijn. De bepalingen van artikel 13 (b) zijn op deze kennisgeving van toepassing. Iedere zoodanige toetreding zal van kracht worden na verloop van drie maanden na den datum van de te dien opzichte gedane kennisgeving.
(b)
Na verloop van drie jaren, te rekenen na den datum van het van kracht worden eener toetreding als in paragraaf (a) van dit artikel bedoeld, zal ieder der Hooge Verdragsluitende Partijen het Verdrag kunnen opzeggen ten aanzien van eenig gebied betreffende hetwelk eene kennisgeving van toetreding is gedaan, zulks door middel van eene tenminste zes maanden te voren langs diplomatieken weg gezonden mededeeling. De beëindiging van het Verdrag krachtens artikel 12 zal op de toepassing daarvan ten aanzien van eenig zoodanig gebied niet van invloed zijn.
(c)
Eene kennisgeving van toetreding krachtens het onder (a) van dit artikel bepaalde zal kunnen omvatten elk aanhoorig of mandaatsgebied bestuurd door de Regeering van het gebied ten aanzien waarvan eene kennisgeving van toetreding zal zijn gedaan; de opzegging ten aanzien van eenig gebied gedaan volgens het onder (b) bepaalde, zal toepasselijk zijn op elk aanhoorig of mandaatsgebied, hetwelk in de kennisgeving van toetreding ten aanzien van bedoeld gebied begrepen was.