Einde inhoudsopgave
Onteigeningswet BES
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Onteigeningsverordening, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 517 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
1.
De hypotheekhouder en de ingeschreven beslaglegger hebben geen recht op afzonderlijke schadevergoeding. Slechts indien zij zijn tussengekomen, kunnen zij zich jegens de onteigenaar beroepen op hun rechten uit artikel 229 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES en artikel 507a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES. Zij oefenen die rechten uit op het bedrag van de werkelijke waarde en de waardevermindering van het overblijvende, zoals dat bedrag toekomt aan de hypotheekgever, de beslagene en de beperkt gerechtigde, wiens recht niet tegen hen kan worden ingeroepen.
2.
Indien alle in het vorige lid vermelde belanghebbenden tot overeenstemming omtrent de verdeling zijn gekomen, bepaalt de rechter wat aan ieder van hen moet worden betaald. Is geen overeenstemming bereikt, dan worden de bedragen in hun geheel toegewezen aan de tussengekomen hypotheekhouder, hoogste in rang, dan wel, zo geen hypotheekhouder is tussengekomen, aan de daartoe door de eerst ingeschreven beslaglegger aangewezen notaris of deurwaarder, en vindt verdeling plaats met toepassing van de regels betreffende de verdeling van een zodanig opbrengst in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES.
3.
Een beslaglegger behoeft voor de toepassing van het vorige lid niet tussen te komen, indien hij aan de onteigenaar bij exploit meedeelt zijn rechten uit artikel 507a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES te bepalen tot het deel van de in het eerste lid bedoelde bedragen, dat voor de beslagene bestemd is.