Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 2:15 (verplichte intrekkingsgronden)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De toezichtautoriteit trekt een door haar verleende vergunning in, indien:
- a.
de natuurlijke persoon waaraan de vergunning is verleend, overlijdt dan wel de rechtspersoon of vennootschap waaraan de vergunning is verleend, wordt ontbonden;
- b.
de vergunninghouder onder curatele is gesteld, dan wel bij rechterlijke beschikking een of meer goederen van de vergunninghouder onder bewind zijn gesteld;
- c.
de vergunninghouder in staat van faillissement is komen te verkeren.
2.
De Nederlandsche Bank trekt een door haar verleende vergunning tot uitoefening van het bedrijf van kredietinstelling of verzekeraar in, indien:
- a.
een machtiging als bedoeld in artikel 8:10, eerste lid, aanhef en onderdeel b, is verleend;
- b.
een machtiging als bedoeld in artikel 8:10, eerste lid, aanhef en onderdeel c, is verleend, op het tijdstip waarop tijdens de noodregeling voor de eerste keer activa van de onderneming te gelde worden gemaakt met het oogmerk de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers, aandeelhouders of leden.
3.
Indien van een buitenlandse financiële onderneming door de toezichthoudende instantie van de staat van zetel de vergunning van die onderneming om in de staat van zetel haar bedrijf uit te oefenen wordt ingetrokken, trekt de toezichtautoriteit tevens de op grond van deze wet aan die onderneming verleende vergunning in.