Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht BES
Artikel 17c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 293 (uitgifte: 13-09-2023, kamerstukken: 36002)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 323 (uitgifte: 04-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
Toepassing van artikel 17a geschiedt onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
2.
Bij de toepassing van artikel 17a kunnen voorts de volgende bijzonder voorwaarden worden gesteld:
- a.
gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade binnen een door de rechter te bepalen termijn, korter dan de proeftijd;
- b.
opneming van de veroordeelde in een psychiatrisch ziekenhuis gedurende een door de rechter te bepalen termijn, ten hoogste gelijk aan de proeftijd;
- c.
storting van een door de rechter vast te stellen waarborgsom, gelijk aan het verschil tussen het maximum van de geldboete die voor het feit opgelegd kan worden, en de opgelegde boete;
- d.
storting van een door de rechter vast te stellen som ten gunste van een instelling die zich mede ten doel stelt om de belangen van slachtoffers van strafbare feiten te behartigen. Het bedrag kan niet hoger zijn dan de geldboete die ten hoogste voor het strafbare feit opgelegd kan worden.
- e.
andere bijzondere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende, waaraan deze gedurende de proeftijd of een bij de veroordeling te bepalen gedeelte daarvan, heeft te voldoen.
3.
De bijzondere voorwaarden mogen de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging te belijden of de staatkundige vrijheid niet beperken.
4.
Bij het stellen van de bijzondere voorwaarde van storting van een waarborgsom vindt artikel 27, eerste lid, overeenkomstige toepassing.