Deurwaarderswet BES
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 540 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken: 33771)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2014, Stb. 2014, 541 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
1.
De deurwaarders leggen, elk naar de wijze zijner godsdienstige gezindheid, vóór hun indiensttreding de navolgende eed of belofte af:
‘Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning en gehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen. Ik zweer (beloof) dat ik alle exploiten, waartoe ik zal worden verzocht of die mij zullen bevolen worden, getrouwelijk en met naarstigheid zal uitvoeren en in het algemeen mijn functie met nauwgezetheid en eerlijkheid en tevens met alle eerbied voor de rechterlijke autoriteiten zal waarnemen.’.
2.
Alvorens tot die eed of belofte te worden toegelaten, leggen zij de volgende eed of verklaring van zuivering af: ‘Ik zweer (verklaar) dat ik om tot deurwaarder te worden benoemd middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.’.
3.
De aflegging van de eden of belofte en verklaring geschiedt ter terechtzitting van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of het Gerecht in eerste aanleg, voor zover het betreft de strafdeurwaarders op requisitoir van de procureur-generaal of de officier van justitie.
4.
In geval van verandering van standplaats behoeft de aflegging van de eden of belofte en verklaring niet te worden herhaald.