Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Het bestuur van de Dienst raadpleegt ten minste een maal per kalenderjaar de bestuurscolleges van de openbare lichamen over de kwaliteit en de doelmatigheid van de dienstverlening, over toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de Kadasters en over andere zaken van gemeenschappelijk belang.
2.
Indien het bestuur van de Dienst voornemens is in zijn beleid wijzigingen aan te brengen die betrekking hebben op de in het eerste lid genoemde aangelegenheden, geeft het bestuur aan de bestuurscolleges van de openbare lichamen de gelegenheid daarover binnen acht weken na verzending van een verzoek daartoe hun zienswijze naar voren te brengen.
3.
De bestuurscolleges van de openbare lichamen kunnen het bestuur van de Dienst daarnaast uit eigen beweging schriftelijk in kennis stellen van de binnen de bestuurscolleges levende standpunten over een onderwerp als bedoeld in het eerste lid.
4.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- a.
de werkwijze met betrekking tot het raadplegen, bedoeld in het eerste lid,
- b.
de wijze waarop een zienswijze als bedoeld in het tweede lid tot stand komt, waaronder in ieder geval het betrekken van zienswijzen van personen die gebruiker zijn van de door de Kadasters geleverde diensten, en
- c.
het betrekken van de zienswijze bij beleidswijzigingen als bedoeld in het tweede lid.