Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Nieuwzeeland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 23 Regeling voor onderling overleg
Geldend
Geldend vanaf 05-10-2004
- Redactionele toelichting
Hoofdstukopschrift V is verplaatst naar art. 22a bij het Protocol van 20-12-2001, Trb. 2002, 46 (iwtr. 22-08-2004; bron iwtr. 15-09-2004, Trb. 2004, 224).
- Bronpublicatie:
15-10-1980, Trb. 1980, 176 (uitgifte: 13-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-04-1981, Trb. 1981, 60 (uitgifte: 01-01-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Indien een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een van de Staten of van beide Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze Overeenkomst, kan hij, ongeacht de rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving van die Staten voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Staat waarvan hij inwoner is. Het geval moet worden voorgelegd binnen vijf jaren nadat de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de Overeenkomst, voor het eerst te zijner kennis is gebracht.
2.
De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Staat te regelen ten einde een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de Overeenkomst, te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd niettegenstaande de verjaringstermijnen in de nationale wetgeving van de Staten.
3.
De bevoegde autoriteiten van de Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van de Overeenkomst in onderlinge overeenstemming op te lossen. Zij kunnen ook met elkaar overleg plegen ten einde dubbele belasting ongedaan te maken in gevallen waarvoor in de Overeenkomst geen voorziening is getroffen.
4.
De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen ten einde uitvoering te geven aan de bepalingen van de Overeenkomst.