Einde inhoudsopgave
Meetcode elektriciteit
Bijlage 1 Maximaal toelaatbare afwijkingen
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2024
- Bronpublicatie:
11-04-2024, Stcrt. 2024, 11805 (uitgifte: 16-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/611676)
- Inwerkingtreding
17-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-04-2024, Stcrt. 2024, 11805 (uitgifte: 16-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/611676)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
B1.1. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op hoogspanning als functie van het gecontracteerde vermogen
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1,5–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | |
= 2 MW en< 5 MW | 1,25**) | 0,85 | 1,75**) | 1,75 | 1,40 | 1,55**) | 1,55 | 1,25 |
= 5 MW | 0,60**) | 0,40 | 1,20**) | 1,20 | 0,95 | 0,85**) | 0,85 | 0,65 |
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | |
< 2 MW | 1,95**) | 1,50 | 3,25 | 2,45 | 2,45 | 1,95 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
PF = arbeidsfactor
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen (Pc) bij nominale netspanning (Unom).
Er geldt: Ic = Pc /(1,73*Unom)
ind. =inductief
cap. = capacitief
B1.2. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen meetinrichting voor elektrische blindenergie bij een aansluiting op HS- niveau als functie van het gecontracteerde vermogen
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en waarden van sin f | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
3–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 7,5–15% Ic | 15–30% Ic | 30–120% Ic | 30–120% Ic | |
sin f = 1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,25 ind. | |
< 2 MW | 3,30**) | 2,90 | 4,25 | 4,00 | 8,90 | |
= 2 MW | 3,25**) | 2,85 | 4,05 | 3,70 | 3,70 | 8,25 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen (Pc) bij nominale netspanning (Unom).
Er geldt: Ic = Pc /(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.3. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen productiemeetinrichting bij een aansluiting op hoogspanning als functie van het maximale vermogen van de GCvO-installatie
Maximaal vermogen van de GCvO-installatie | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |
---|---|---|
10–120% Iwkk | 20–120% Iwkk | |
PF = 1 | 0,5 ind. | |
< 2MW | 2,70 | 4,70 |
= 2 MW en < 5 MW | 2,00 | 4,35 |
= 5 MW | 1,80 | 3,30 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
PF = arbeidsfactor
Iwkk = stroomsterkte berekend uit het maximale vermogen van de GCvO-installatie (Pwkk,max) bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Iwkk = Pwkk,max/(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.4. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op laagspanning via stroomtransformatoren
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||
---|---|---|---|
1,5–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. |
3,30**) | 2,90 | 5,25 | 4,30 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
PF = arbeidsfactor
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen (Pc) in het betreffende leverpunt bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Ic= Pc /(1,73*Unom)
Ind. = inductief
B1.5. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op LS- niveau, bij een direct aangesloten kWh-meter die niet onder de Metrologiewet valt
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||
---|---|---|---|
1–5% Ib | 5% Ib–Imax | 5–10% Ib | 10% Ib–Imax |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. |
2,5*) | 2,0 | 2,5 | 2,0 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde afgenomen stroom kleiner is dan 20% van de basisstroom Ib.
PF = arbeidsfactor
Ib = de basisstroom van de kWh-meter, zoals die door de fabrikant op de meter is vermeld
Imax = de maximale stroom van de kWh-meter, zoals die door de fabrikant op de meter is vermeld
ind. = inductief
B1.6. Maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen productiemeetinrichting bij een aansluiting op laagspanning
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |
---|---|
10–120% Iwkk | 20–120% Iwkk |
PF = 1 | 0,5 ind. |
3,15 | 6,55 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
PF = arbeidsfactor
Iwkk = stroomsterkte berekend uit het maximale vermogen van de GCvO-installatie (Pwkk,max) bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Iwkk=Pwkk,max/(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.7. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op hoogspanning als functie van het gecontracteerde vermogen
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1,5–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | |
=2MW en< 5MW | 2,15**) | 1,20 | 2,45**) | 2,45 | 1,75 | 2,30**) | 2,30 | 1,60 |
= 5 MW | 0,90**) | 0,55 | 1,50**) | 1,50 | 1,05 | 1,20**) | 1,20 | 0,85 |
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | 3–7,5% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic | |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | 0,8 cap. | |
< 2 MW | 3,25**) | 2,30 | 4,15 | 3,00 | 3,55 | 2,60 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
PF = arbeidsfactor
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen(Pc) bij nominale netspanning (Unom).
Er geldt: Ic = Pc /(1,73*Unom)
ind. = inductief
cap. = capacitief
B1.8. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting voor elektrische blindenergie bij een aansluiting op hoogspanning als functie van het gecontracteerde vermogen
Gecontracteerd vermogen | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en waarden van sin f | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
3–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 7,5–15% Ic | 15–30% Ic | 30–120% Ic | 30–120% Ic | |
sin f = 1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,5 ind. | 0,25 ind. | |
< 2 MW | 5,45**) | 4,50 | 6,10 | 5,30 | 15,05 | |
= 2 MW | 5,40**) | 4,50 | 5,90 | 5,05 | 5,05 | 14,65 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen (Pc) bij nominale netspanning (Unom).
Er geldt: Ic= Pc /(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.9. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde productiemeetinrichting bij een aansluiting op hoogspanning als functie van het maximale vermogen van de GCvO-installatie
Maximale vermogen van de GCvO-installatie | Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |
---|---|---|
10–120% Iwkk | 20–120% Iwkk | |
PF = 1 | 0,5 ind. | |
< 2MW | 4,35 | 5,85 |
= 2 MW en < 5 MW | 2,65 | 4,70 |
= 5 MW | 2,50 | 3,75 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
PF = arbeidsfactor
Iwkk= stroomsterkte berekend uit het maximale vermogen van de GCvO-installatie (Pwkk,max) bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Iwkk=Pwkk,max/(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.10. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op laagspanning via stroomtransformatoren
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||
---|---|---|---|
1,5–7,5% Ic | 7,5–120% Ic | 7,5–15% Ic | 15–120% Ic |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. |
5,45**) | 4,50 | 6,80 | 5,55 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde belasting kleiner is dan 30% van het gecontracteerde vermogen.
PF = arbeidsfactor
Ic = stroomsterkte berekend uit het gecontracteerde vermogen (Pc) in het betreffende leverpunt bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Ic= Pc /(1,73*Unom)
ind. = inductief
B1.11. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting voor elektrische energie bij een aansluiting op laagspanning, bij een direct aangesloten kWh-meter die niet onder de Metrologiewet valt
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |||
---|---|---|---|
1–5% Ib | 5% Ib–Imax | 5–10% Ib | 10% Ib–Imax |
PF=1 | 1 | 0,5 ind. | 0,5 ind. |
5,0**) | 4,0 | 5,0 | 4,0 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
**) Geldt alleen als de gemiddelde afgenomen stroom kleiner is dan 20% van de basisstroom Ib.
PF = arbeidsfactor
Ib = de basisstroom van de kWh-meter, zoals die door de fabrikant op de meter is vermeld
Imax= de maximale stroom van de kWh-meter, zoals die door de fabrikant op de meter is vermeld
ind. = inductief
B1.12. Maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde productiemeetinrichting bij een aansluiting op laagspanning
Maximaal toelaatbare afwijking (in %) bij de volgende stromen en arbeidsfactoren | |
---|---|
10 – 120% Iwkk | 20 – 120% Iwkk |
PF = 1 | 0,5 ind. |
4,70 | 7,40 |
*) De 99%-betrouwbaarheidsgrenzen (±) zijn vermeld.
PF = arbeidsfactor
Iwkk = stroomsterkte berekend uit het maximale vermogen van de GCvO-installatie (Pwkk,max) bij nominale netspanning (Unom). Er geldt: Iwkk=Pwkk,max/(1,73*Unom)
ind. = inductief