Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Nederlandse Antillen]
Artikel 24B [Aangifte vaste inrichtingswinst]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1940
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 31-12-1999 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa. Dit artikel geldt niet voor lichamen in de zin van art. 8A, 8B 14 en 14A. De datum van afkondiging en de datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1940
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De belastingplichtige die in meer dan één eilandgebied een vaste inrichting heeft, is gehouden in elk eilandgebied afzonderlijk over de aldaar behaalde winst aangifte te doen en de verschuldigde belasting te voldoen. Daarbij wordt, behoudens ingeval van een beschikking als bedoeld in het tweede lid, slechts rekening gehouden met het in elk eilandgebied afzonderlijk behaalde resultaat over het belastingjaar.
2.
Indien voor de vaste inrichting in een van de eilandgebieden over het belastingjaar een verlies wordt becijferd, of indien op grond van artikel 10 een compensabel verlies van een voorafgaand jaar bestaat, stelt de Inspecteur van het eilandgebied waar de hoofdvestiging is gelegen bij beschikking vast tot welk bedrag dat verlies bij elk der eilandgebieden in aanmerking kan worden genomen.
3.
In afwachting van de in het tweede lid bedoelde beschikking kan de belastingplichtige ten behoeve van de vaste inrichting in elk eilandgebied bij de betrokken Inspecteur een verzoek doen om slechts het bedrag aan belasting te mogen aangeven dat na verliescompensatie vermoedelijk verschuldigd zal zijn.
4.
De Inspecteur beslist binnen 15 dagen na ontvangst schriftelijk op het verzoek. Een afwijzing van het verzoek wordt gemotiveerd.
5.
Indien de Inspecteur niet binnen vijftien dagen afwijzend heeft beslist, is het verzoek gegrond. Indien een beslissing wordt genomen, geldt als datum van de beslissing de datum waarop het afschrift ter post wordt bezorgd.
6.
Indien uit de beschikking blijkt dat ten aanzien van een eilandgebied minder is aangegeven dan hetgeen is verschuldigd terwijl ten aanzien van een ander eilandgebied eenzelfde bedrag meer is aangegeven dan hetgeen daar is verschuldigd, dan wordt een naheffingsaanslag opgelegd zonder verhoging voor het te weinig betaalde bedrag.
7.
Voor de toepassing van dit artikel worden meerdere vaste inrichtingen in eenzelfde eilandgebied te zamen aangemerkt als één vaste inrichting.