Einde inhoudsopgave
Staatsregeling [Sint Maarten]
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
21-07-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, GT 1 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De ministers onthouden zich van beraadslagen en medestemmen over zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen die hen, hun echtgenoten of hun bloed- ook aanverwanten tot de tweede graad ingesloten, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken.
2.
De ministers mogen geen functie bekleden waaraan enige ten laste van de begroting van het Land komende bezoldiging of uitkering is verbonden.
3.
De ministers mogen niet direct of indirect deelnemen in of bestuurder of commissaris zijn van enige onderneming die op Sint Maarten is gevestigd of actief is. Het houden van aandelen in een naamloze vennootschap wordt niet beschouwd als deelnemen in een onderneming, tenzij betrokkene tezamen met zijn bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad vijfentwintig percent van de aandelen houdt.
4.
De ministers mogen niet direct of indirect deelnemen in een concessie in het Land.