Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 11-12-1997
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is tevens gepubliceerd in Maandbericht van november 1997. Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Tweede Protocol bij de op 29 mei 1991 te Den Haag ondertekende overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen.
- Bronpublicatie:
21-09-1995, Trb. 1995, 252 (uitgifte: 25-10-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-05-1991, Trb. 1991, 107 (uitgifte: 28-07-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-1997, Trb. 1997, 307 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
18-12-1997, Trb. 1997, 306 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Bij de ondertekening van de Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, heden tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela gesloten, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van de Overeenkomst vormen.
I
Indien ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst inkomsten in Nederland van belasting zijn vrijgesteld, en die inkomsten ingevolge de wetgeving van Venezuela worden aangemerkt als inkomsten uit buitenlandse bron en om die reden van belasting zijn vrijgesteld in Venezuela, dan mag Nederland die inkomsten belasten als ware de Overeenkomst niet in werking getreden.
II. Ad artikelen 3 en 4
Het is wel verstaan dat voor de toepassing van deze Overeenkomst de uitdrukkingen ‘persoon’, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d), en ‘inwoner van een Overeenkomstsluitende Staat’, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet omvatten een vaste inrichting of een vast middelpunt.
III. Ad artikel 4
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Overeenkomstsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft.
IV. Ad artikelen 5, 6 en 13
Het is wel verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van de zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als onroerend goed dat is gelegen in de Overeenkomstsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit, activa die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie.
V. Ad artikel 7
Met betrekking tot artikel 7, eerste en tweede lid, geldt dat, indien een onderneming van een Overeenkomstsluitende Staat in de andere Overeenkomstsluitende Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald op basis van het totale door de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van de vergoedingen die aan de werkelijke werkzaamheden van de vaste inrichting voor die verkopen of die bedrijfsuitoefening zijn toe te rekenen. Met name bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering, installatie of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming een vaste inrichting heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale bedrag van de overeenkomst, maar slechts op basis van dat deel van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd. De voordelen die betrekking hebben op dat deel van de overeenkomst dat wordt uitgevoerd door het hoofdkantoor van de onderneming, zijn slechts belastbaar in de Staat waarvan de onderneming inwoner is.
VI. Ad artikelen 7 en 14
Vergoedingen voor technische diensten, daaronder begrepen studies of onderzoeken van wetenschappelijke, geologische of technische aard, of voor diensten van raadgevende of toezichthoudende aard worden beschouwd als vergoedingen waarop de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing zijn.
VII. Ad artikel 10
Het is met betrekking tot dividenden als bedoeld in artikel 10, derde lid, die worden betaald door een lichaam dat inwoner is van Nederland, wel verstaan dat indien de belastingheffing van die dividenden ingevolge de in Venezuela van kracht zijnde wetgeving resulteert in een belastingdruk in Venezuela van minder dan 10 percent van het brutobedrag van die dividenden, Nederland vanaf de datum waarop die wetgeving in werking is getreden een belasting mag heffen die 10 percent van het brutobedrag van die dividenden niet te boven gaat. Ingeval die dividenden ingevolge de in Venezuela van kracht zijnde wetgeving worden beschouwd als inkomsten uit buitenlandse bron, en om die reden in Venezuela van belasting zijn vrijgesteld, zijn de bepalingen van artikel I van dit Protocol van toepassing.
VIII. Ad artikelen 10, 11 en 12
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Overeenkomstsluitende Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van twee jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
IX
Vervallen.
X. Ad artikel 12
Het is wel verstaan dat inkomsten uit normale verhuuractiviteiten niet worden beschouwd als ‘vergoedingen voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting’. Niettegenstaande de voorgaande zin zullen, als die verhuuractiviteiten in belangrijke mate mede de overdracht van technologische kennis omvatten, de vergoedingen voor die overdracht in die mate worden beschouwd als ‘vergoedingen voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap’, als bedoeld in artikel 12, derde lid, onderdeel a).
XI. Ad artikel 16
Het is wel verstaan dat de uitdrukking ‘bestuurder’ of ‘commissaris’ van een Nederlands lichaam slaat op personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam, en die zijn belast met de algemene leiding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
XII. Ad artikel 30
Het is wel verstaan dat ingeval de Overeenkomst wordt uitgebreid tot de Nederlandse Antillen of Aruba, die uitbreiding op adequate wijze het karakter dient te weerspiegelen van het belastingsysteem van elk van deze landen.
De uitbreiding tot andere gebieden als bedoeld in artikel 30 moet ook voorafgegaan worden door een daartoe strekkende aanbeveling van de bevoegde autoriteit van Venezuela.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te 's-Gravenhage, de 29ste mei 1991, in tweevoud, in de Nederlandse, de Spaanse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval de Nederlandse en de Spaanse tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst beslissend.