Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1257/2012 tot het uitvoering geven aan nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming
Artikel 18 Inwerkingtreding en toepassing
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2013
- Bronpublicatie:
17-12-2012, PbEU 2012, L 361 (uitgifte: 31-12-2012, regelingnummer: 1257/2012)
- Inwerkingtreding
20-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2012, PbEU 2012, L 361 (uitgifte: 31-12-2012, regelingnummer: 1257/2012)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
1.
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014 of, zo dit later is, de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst betreffende het gemeenschappelijk octrooigerecht (‘de overeenkomst’).
In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, en artikel 4, lid 1, heeft een Europees octrooi waarvoor eenheidswerking is geregistreerd in het register voor eenheidsoctrooibescherming, uitsluitend eenheidswerking in de deelnemende lidstaten waar het gemeenschappelijk octrooigerecht op de datum van registratie exclusieve bevoegdheid inzake Europese octrooien met eenheidswerking heeft.
3.
De deelnemende lidstaten stellen op het moment waarop zij hun akten van bekrachtiging van de overeenkomst neerleggen, de Commissie van deze bekrachtiging in kennis. De Commissie publiceert de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en een lijst van de lidstaten die de overeenkomst op de datum van inwerkingtreding hebben bekrachtigd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie werkt de lijst met deelnemende lidstaten die de overeenkomst hebben bekrachtigd op gezette tijden bij en publiceert de bijgewerkte lijst in het Publicatieblad van de Europese Unie.
4.
De deelnemende lidstaten verzekeren dat de in artikel 9 bedoelde maatregelen uiterlijk op de datum waarop de verordening van toepassing wordt, vastgesteld zijn.
5.
De deelnemende lidstaten verzekeren dat de in artikel 4, lid 2, bedoelde maatregelen vastgesteld zijn uiterlijk op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, hetzij, indien het gemeenschappelijk octrooigerecht in een bepaalde deelnemende lidstaat op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt nog geen exclusieve bevoegdheid voor Europese octrooien met eenheidswerking heeft, op de datum waarop het gemeenschappelijk octrooigerecht in die deelnemende lidstaat wel over een dergelijke exclusieve bevoegdheid beschikt.
6.
Eenheidsoctrooibescherming kan worden aangevraagd voor elk Europees octrooi dat op of na de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, is verleend.