Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
20-06-2002, Stb. 2002, 314 (uitgifte: 27-06-2002, kamerstukken: 28098)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2002, Stb. 2002, 315 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de officier van justitie overeenkomstig artikel 37, eerste lid, heeft beslist dat de opgeëiste persoon ter beschikking zal worden gesteld van het Strafhof, blijft artikel 21 buiten toepassing.
2.
Is de in artikel 21 bedoelde vordering reeds bij de rechtbank ingediend, dan wordt deze onverwijld ingetrokken. De griffier van de rechtbank stelt alsdan het verzoek tot overlevering, met de daarbij behorende stukken, weder in handen van de officier van justitie.
3.
Van het intrekken van de vordering geeft de officier van justitie kennis aan de opgeëiste persoon.