Einde inhoudsopgave
Aanbeveling (EU) 2017/432 over het doeltreffender maken van terugkeer bij de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2008/115/EG
24
Geldend
Geldend vanaf 11-03-2017
- Bronpublicatie:
07-03-2017, PbEU 2017, L 66 (uitgifte: 11-03-2017, regelingnummer: 2017/432)
- Inwerkingtreding
11-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-03-2017, PbEU 2017, L 66 (uitgifte: 11-03-2017, regelingnummer: 2017/432)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Om de inreisverboden ten volle te benutten, moeten de lidstaten:
- a)
ervoor zorgen dat de inreisverboden geldig worden op de dag waarop de onderdanen van derde landen de EU verlaten, zodat hun effectieve duur niet onnodig wordt verkort; dit moet worden gewaarborgd in gevallen waarin de datum van vertrek bekend is bij de nationale autoriteiten, met name in gevallen van verwijdering en vertrek in het kader van een programma voor begeleide vrijwillige terugkeer;
- b)
voorzien in middelen om te verifiëren of een illegaal in de Europese Unie verblijvende onderdaan van een derde land is vertrokken binnen de termijn voor vrijwillig vertrek, en een doeltreffende follow-up waarborgen indien deze persoon niet is vertrokken, onder meer door het uitvaardigen van een inreisverbod;
- c)
stelselmatig een signalering van een inreisverbod opnemen in het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1987/2006, en
- d)
een systeem invoeren voor het uitvaardigen van terugkeerbesluiten in gevallen waarin tijdens een uitreiscontrole illegaal verblijf aan het licht komt. Indien zulks op basis van een individuele beoordeling en overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gerechtvaardigd is, moet een inreisverbod worden uitgevaardigd om toekomstige risico's op illegaal verblijf te voorkomen.