Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 24 Verhoging van betalingen voor lidstaten met tijdelijke begrotingsproblemen
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2016
- Bronpublicatie:
23-11-2016, PbEU 2016, L 338 (uitgifte: 13-12-2016, regelingnummer: 2016/2135)
- Inwerkingtreding
14-12-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2016, PbEU 2016, L 338 (uitgifte: 13-12-2016, regelingnummer: 2016/2135)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Op verzoek van een lidstaat kunnen tussentijdse betalingen worden verhoogd met tien procentpunten boven het medefinancieringspercentage dat van toepassing is op elke prioriteit van het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds of op elke maatregel van het Elfpo en het EFMZV. Als een lidstaat voldoet aan een van de volgende voorwaarden na 21 december 2013, is het verhoogde percentage, dat niet meer dan 100 % mag bedragen, van toepassing op de betalingsaanvragen van die lidstaat die tot 30 juni 2016 worden ingediend:
- a)
de betrokken lidstaat ontvangt een lening van de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 407/2010;
- b)
de betrokken lidstaat ontvangt financiële ondersteuning op middellange termijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002, afhankelijk van de tenuitvoerlegging van een macro-economisch aanpassingsprogramma;
- c)
aan de betrokken lidstaat wordt financiële bijstand beschikbaar gesteld, op voorwaarde van de tenuitvoerlegging van een macro-economisch aanpassingsprogramma overeenkomstig Verordening (EU) nr. 472/2013.
Als een lidstaat na 30 juni 2016 aan een van de voorwaarden van de tweede alinea voldoet, is het verhoogde percentage van toepassing op de betalingsaanvragen van die lidstaat die tot 30 juni van het jaar na het kalenderjaar waarin de betreffende financiële bijstand is stopgezet, worden ingediend. Dit lid is niet van toepassing op programma's in het kader van de ETS-verordening.
2.
Onverminderd lid 1 mag de steun van de Unie door middel van tussentijdse betalingen en betalingen van het eindsaldo evenwel niet hoger zijn dan:
- a)
de overheidsuitgaven, of
- b)
het maximale bedrag aan steun uit de ESI-fondsen voor elke prioriteit voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds of voor elke maatregel voor het Elfpo en het EFMZV, zoals bepaald in het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het programma,
indien dit bedrag lager is.