Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 9.12
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2023
- Bronpublicatie:
26-04-2023, Stcrt. 2023, 13339 (uitgifte: 10-05-2023, regelingnummer: ACM/UIT/591251)
- Inwerkingtreding
11-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2023, Stcrt. 2023, 13339 (uitgifte: 10-05-2023, regelingnummer: ACM/UIT/591251)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De netbeheerder past de vrijstellingen voor productie uit artikel 4a.1, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.2, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel b, subonderdeel 2°, artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2° en artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas toe indien de op grond van deze vrijstellingen aan te sluiten of aangesloten productie afkomstig is van elektriciteitsproductie-eenheden die, overeenkomstig artikel 3.15, dertiende lid, automatisch, voldoende snel en selectief kunnen worden afgeschakeld of afgeregeld zonder dat ook verbruik mee wordt afgeschakeld, behoudens verbruik dat gerelateerd is aan die elektriciteitsproductie-eenheid.
2.
In aanvulling op het eerste lid geldt dat de netbeheerder de vrijstellingen voor productie uit artikel 4a.1, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.2, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel b, subonderdeel 2°, artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2° en artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas toepast indien de op grond van deze vrijstellingen aan te sluiten of aangesloten elektriciteitsproductie-eenheid tevens voldoet aan de eisen van artikel 13.22, onafhankelijk van de grootte van de maximumcapaciteit van de aan te sluiten elektriciteitsproductie-eenheid.
3.
De netbeheerder kan bij het toepassen van de vrijstellingen voor productie uit artikel 4a.1, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.2, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel b, subonderdeel 2°, artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2° en artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas gebruik maken van de in artikel 13, zesde lid, en artikel 14, tweede lid, onderdeel a, van Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG) bedoelde interface of de in artikel 15, tweede lid, onderdeel a, van Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG) bedoelde regelbaarheid.
4.
Het netontwerp wordt ten minste getoetst aan:
- a.
de actuele en de te verwachten transporten van elektriciteit als bedoeld in het Besluit Investeringsplan kwaliteit elektriciteit en gas, paragraaf 4a;
- b.
de criteria met betrekking tot kortsluitvastheid als bedoeld in hoofdstuk 3 van Verordening (EU) 2017/1485 (GL SO) en toegepast in hoofdstuk 2 en artikel 7.10, vierde lid;
- c.
de criteria met betrekking tot de spannings- en blindvermogenshuishouding als bedoeld in paragraaf 9.4;
- d.
de isolatiecoördinatie van netten met spanningsniveau hoger dan 1 kV als bedoeld in NEN-EN-IEC 60071;
- e.
de criteria met betrekking tot de aanraakveiligheid als bedoeld in paragraaf 7.3;
- f.
de criteria met betrekking tot de kwaliteit van de netspanning, als bedoeld in paragraaf 7.2; en
- g.
de criteria met betrekking tot dynamische stabiliteit van de hoogspanningsnetten als bedoeld in hoofdstuk 6 van Verordening (EU) 2017/1485 (GL SO).
5.
De netbeheerder en de aangeslotene kunnen gezamenlijk overeenkomen dat de netbeheerder de aansluiting afschakelt of afregelt, in plaats van alleen de elektriciteitsproductie-eenheid, indien de aangeslotene er mee instemt dat in dat geval ook eventueel verbruik maximaal tien minuten wordt afgeschakeld of afgeregeld.
6.
Indien na het optreden van een uitvalsituatie als bedoeld in artikel 4a.1, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.2, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel a, subonderdeel 2°, artikel 4a.3, onderdeel b, subonderdeel 2°, artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2° en artikel 4a.4, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas aangeslotenen gezamenlijk overeenkomen de afschakeling of afregeling uit te ruilen, dienen zij hiertoe een verzoek in bij de netbeheerder. De netbeheerder zal een verzoek hiertoe niet op onredelijke gronden weigeren.