Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 2.109f [Opdracht binnen raamovereenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Gunning
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
1.
Indien een raamovereenkomst met meerdere ondernemers is gesloten na indiening van de inschrijvingen in de vorm van elektronische catalogi, kan de aanbestedende dienst voor een specifieke overheidsopdracht opnieuw tot mededinging oproepen op basis van bijgewerkte elektronische catalogi.
2.
In een geval als bedoeld in het eerste lid gebruikt de aanbestedende dienst een van de volgende methoden:
- a.
de aanbestedende dienst verzoekt de inschrijvers hun elektronische catalogi, na aanpassing aan de eisen van de betrokken overheidsopdracht, opnieuw in te dienen, of
- b.
de aanbestedende dienst deelt de inschrijvers mee dat dat[lees: dat] hij voornemens is uit reeds ingediende elektronische catalogi de nodige informatie te verzamelen om inschrijvingen op te stellen die aan de vereisten van de betrokken overheidsopdracht aangepast zijn, mits het gebruik van deze methode in de aanbestedingsstukken voor de raamovereenkomst is aangekondigd.
3.
Indien de aanbestedende dienst voor een specifieke overheidsopdracht opnieuw oproept tot mededinging met gebruikmaking van de methode, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b:
- a.
deelt hij aan de inschrijvers de datum en het tijdstip mee, waarop hij voornemens is de nodige informatie te verzamelen voor het opstellen van nieuwe inschrijvingen die aan de eisen van de betrokken overheidsopdracht aangepast zijn,
- b.
geeft hij inschrijvers de mogelijkheid om het zodanig verzamelen van informatie te weigeren, en
- c.
voorziet hij in een toereikende termijn tussen de mededeling, bedoeld in onderdeel a, en het daadwerkelijk verzamelen van de informatie.
4.
Indien een inschrijver instemt met het verzamelen van informatie, bedoeld in het derde lid:
- a.
legt de aanbestedende dienst de verzamelde informatie vóór de gunning van de overheidsopdracht voor aan de betrokken inschrijver,
- b.
stelt de aanbestedende dienst de betrokken inschrijver in de gelegenheid om te bevestigen of te betwisten dat de aldus opgestelde inschrijving geen materiële fouten bevat en
- c.
voorziet de aanbestedende dienst in een toereikende termijn tussen de voorlegging, bedoeld in onderdeel a, en de gunning van de overheidsopdracht.