Einde inhoudsopgave
Richtlijn 94/33/EG betreffende de bescherming van jongeren op het werk
Artikel 8 Arbeidstijd
Geldend
Geldend vanaf 09-09-1994
- Bronpublicatie:
22-06-1994, PbEG 1994, L 216 (uitgifte: 20-08-1994, regelingnummer: 94/33/EG)
- Inwerkingtreding
09-09-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-1994, PbEG 1994, L 216 (uitgifte: 20-08-1994, regelingnummer: 94/33/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De Lid-Staten die van de mogelijkheid van artikel 4, lid 2, onder b) of c), gebruik maken, treffen de nodige maatregelen om de arbeidstijd voor kinderen te beperken tot:
- a)
8 uur per dag en 40 uur per week voor kinderen die een alternerende opleiding volgen of stage lopen in een onderneming;
- b)
2 uur per schooldag en 12 uur per week voor arbeid buiten schooltijd tijdens de schoolperiode, voor zover dit bij de nationale wetgevingen en/of gebruiken niet verboden is;
in geen geval mag per dag langer dan 7 uur worden gewerkt; voor kinderen die 15 jaar zijn geworden, mag deze grens op 8 uur worden gebracht;
- c)
7 uur per dag en 35 uur per week voor arbeid tijdens een periode van ten minste een week zonder schoolactiviteit; voor kinderen die 15 jaar geworden zijn, kunnen deze grenzen op 8 uur per dag en 40 uur per week worden gebracht;
- d)
7 uur per dag en 35 uur per week voor lichte arbeid verricht door kinderen die niet meer onder de door de nationale wetgeving opgelegde voltijdse leerplicht vallen.
2.
De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om de arbeidstijd voor adolescenten te beperken tot 8 uur per dag en 40 per week.
3.
De tijd die jongeren in het kader van een alternerende theoretische en/of praktische opleiding of van een stage in een onderneming aan opleiding besteden, wordt eveneens als arbeidstijd beschouwd.
4.
Wanneer een jongere bij meer werkgevers in dienst is, worden arbeidsdagen en arbeidsuren bij elkaar opgeteld.
5.
De Lid-Staten kunnen bij wijze van uitzondering of wanneer daarvoor objectieve redenen zijn, wettelijk of bestuursrechtelijk afwijkingen toestaan van lid 1, onder a), en lid 2.
De Lid-Staten stellen wettelijk of bestuursrechtelijk de voorwaarden, de beperkingen en de nadere regels voor die afwijkingen vast.