Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake de voorbereiding op, de bestrijding van en de samenwerking bij olieverontreiniging
Artikel 12 Institutionele regelingen
Geldend
Geldend vanaf 13-05-1995
- Bronpublicatie:
30-11-1990, Trb. 1992, 1 (uitgifte: 03-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-05-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-1995, Trb. 1995, 40 (uitgifte: 27-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen dragen de Organisatie op, behoudens haar instemming en de beschikbaarheid van voldoende middelen om dit te doen, om de volgende taken en werkzaamheden te verrichten:
- a.
wat de informatievoorziening betreft:
- i.
het ontvangen, ordenen en op verzoek verspreiden van de door Partijen verstrekte informatie (zie bijvoorbeeld de artikelen 5, tweede en derde lid, 6, derde lid, en 10) alsmede de uit andere bronnen verkregen relevante informatie; en
- ii.
het verlenen van bijstand bij het zoeken naar bronnen voor voorlopige financiering van kosten (zie bijvoorbeeld artikel 7, tweede lid);
- b.
wat de opleiding en vorming betreft:
- i.
het bevorderen van opleidingen op het gebied van de voorbereiding op en de bestrijding van olieverontreiniging (zie bijvoorbeeld artikel 9); en
- ii.
het bevorderen van het houden van internationale symposia (zie bijvoorbeeld artikel 8, derde lid);
- c.
wat de techniek betreft:
- i.
het vergemakkelijken van de samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (zie bijvoorbeeld de artikelen 8, eerste, tweede en vierde lid, en 9, eerste lid, letter d);
- ii.
het geven van advies aan Staten die overgaan tot de totstandbrenging van nationale of regionale bestrijdingsmogelijkheden; en
- iii.
het analyseren van de door de Partijen verstrekte informatie (zie bijvoorbeeld de artikelen 5, tweede en derde lid, 6, derde lid, en 8, eerste lid) en van de uit andere bronnen verkregen relevante informatie, alsmede het geven van advies of informatie aan Staten;
- d.
wat de technische bijstand betreft:
- i.
het vergemakkelijken van de verlening van technische bijstand aan Staten die overgaan tot de totstandbrenging van nationale of regionale bestrijdingsmogelijkheden; en
- ii.
het vergemakkelijken van het geven van technische bijstand en advies op verzoek van Staten die worden geconfronteerd met ernstige voorvallen van olieverontreiniging.
2.
Bij de verrichting van de in dit artikel genoemde werkzaamheden tracht de Organisatie te bewerkstelligen dat Staten, afzonderlijk of via regionale regelingen, beter bij machte zijn zich voor te bereiden op voorvallen van olieverontreiniging en deze te bestrijden, daarbij puttend uit de ervaring van Staten, of de ervaring opgedaan in het kader van regionale overeenkomsten en industriële regelingen, daarbij bijzondere aandacht bestedend aan de behoeften van ontwikkelingslanden.
3.
De bepalingen van dit artikel worden toegepast in overeenstemming met een door de Organisatie op te stellen en te toetsen programma.