Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling instandhouding monumenten
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend van 08-11-2024 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
29-10-2024, Stcrt. 2024, 35435 (uitgifte: 07-11-2024, regelingnummer: WJZ/48484506)
- Inwerkingtreding
08-11-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-2024, Stcrt. 2024, 35435 (uitgifte: 07-11-2024, regelingnummer: WJZ/48484506)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een rijksmonument,
- b.
groen monument: rijksmonument of zelfstandig onderdeel zijnde een aanleg die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg, met dien verstande dat verdedigingswerken zonder een rijksbeschermde groenaanleg niet worden aangemerkt als groen monument,
- c.
herbouwwaarde: kosten om een rijksmonument of zelfstandig onderdeel in zijn geheel opnieuw te vervaardigen, met dezelfde constructie, materiaalsoorten en detaillering,
- d.
inspectierapport: rapport dat de technische of fysieke staat van een rijksmonument of zelfstandig onderdeel beschrijft, en dat is opgesteld door een ter zake deskundige persoon of instantie,
- e.
instandhoudingsplan: plan als bedoeld in artikel 10,
- f.
kerkelijk dienstgebouw in kerkelijk gebruik: rijksmonument of zelfstandig onderdeel dat functioneel bij een gebouw hoort dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging, vanwege het rechtstreeks met die gezamenlijke belijdenis in dat gebouw verbonden huidige gebruik,
- g.
kerkgebouw: rijksmonument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging,
- h.
kernwaarde: element van een groen monument dat samen met de hoofdstructuur aantoonbaar bepalend is voor de hoofdkarakteristiek van de groenaanleg, bijvoorbeeld omdat het in zijn context uniek of zeldzaam is,
- i.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
- j.
professionele organisatie voor monumentenbehoud: aangewezen organisatie als bedoeld in artikel 30,
- k.
werelderfgoed: gebied dat door UNESCO is aangewezen als werelderfgoed op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Parijs, 16 november 1972),
- l.
woonhuis: rijksmonument of zelfstandig onderdeel dat in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of dat voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is, met dien verstande dat niet als woonhuis wordt aangemerkt een gebouw dat deel uitmaakt van een geregistreerd museum, een kerkgebouw, kerkelijk dienstgebouw in kerkelijk gebruik, kasteel, paleis, hoofdhuis van een buitenplaats, landhuis, gebouw van liefdadigheid, molen, gemaal, agrarisch gebouw of watertoren,
- m.
zelfstandig onderdeel:
- 1°
deel van een rijksmonument dat is aan te merken als een zelfstandige bouwkundige eenheid,
- 2°
deel van een rijksmonument dat is aan te merken als een toren van een kerkgebouw,
- 3°
alle delen gezamenlijk van een rijksmonument, zijnde een aanleg zoals een park- of tuinaanleg, die aan één eigenaar behoren, en niet het gehele rijksmonument omvatten, of
- 4°
alle delen gezamenlijk van een archeologisch rijksmonument, die aan één eigenaar behoren, en niet het gehele rijksmonument omvatten.