Einde inhoudsopgave
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 22c [Alleenstaande ouderenkorting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Bij de wijziging van het bedrag in art. 8.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is het bedragen genoemd in lid 2 van rechtswege gewijzigd.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Tarief
1
Voor de werknemer die een uitkering als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet geniet, of deze zou genieten indien hij zou voldoen aan de voorwaarde van artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Ouderdomswet, is de alleenstaande ouderenkorting van toepassing.
2
De alleenstaande ouderenkorting bedraagt € 524.